Begrippen leesvaardigheid lj2 Flashcards
benoem de 4 tekstdoelen
informeren,
overtuigen,
activeren,
amuseren
benoem de 4 tekstsoort
informatieve tekst
betogende tekst
activerende tekst
amuserende tekst
waar bestaat de hoofdgedachte van een informatieve tekst uit
feitelijk informatie
waar bestaat de hoofdgedachte van een betogende tekst uit
mening, gevolgd door een argument
noem de 8 tekstverbanden
opsommend,
tijdsvolgorde
tegenstellend
uitleggend
redengevend
concluderend
vergelijkend
samenvattend
5 functies van een inleiding
het onderwerp
de aanleiding
de centrale vraag
de mening
een samenvatting
3 functies van een slot
een conclusie
een samenvatting
een advies
wat is een argument
informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is.
wat is een tegenargument
een argument van iemand met een andere mening over hetzelfde onderwerp
wat is weerlegging
tegenargument benoemen en vervolgens weerleggen. Daardoor zal zijn betoog nog meer overtuigen