Begrippen Hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

amerikanisering

A

De beïnvloeding van een cultuur door de Amerikaanse cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Babyboom

A

Het hoge aantal geboorten tussen 1945 en 1955

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Consumptiemaatschappij

A

Een maatschappij waarin veel mensen luxe producten kunnen kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Discriminatie

A

Het ongelijk behandelen van mensen in dezelfde situatie
, bvb vanwege hun huidskleur of geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Feminisme

A

De beweging die opkomt voor gelijke rechten voor de vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezinspolitiek

A

Beleid dat voordelen gaf aan gezinnen waarin één persoon een inkomen had

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Globalisering

A

Mensen over de hele wereld hebben steeds meer met elkaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Handelingsonbekwaam

A

Niet in staat om zelfstandig belangrijke beslissingen te nemen. Getrouwde vrouwen werden tot 1957 gezien als handelingsbekwaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Individualisering

A

Niet de groep waar iemand bij hoort, maar het individu bepaalt steeds meer wat goed voor hem is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Informatiemaatschappij

A

Een samenleving waarin het maken, verspreiden, verkrijgen en gebruik van informatie heel belangrijk is in de politiek, economie en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Jeugdcultuur

A

De eigen stijl en mentaliteit van een groep jongeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Massacultuur

A

Een cultuur waarin mensen allemaal dezelfde producten kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mentaliteit

A

De houding en denkwijze van een groep mensen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontzuiling

A

De invloed van de zuilen neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rollenpatroon

A

Een vaste verdeling van de taken tussen man en vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Secularisatie

A

Steeds minder mensen zijn gelovig en gaan naar de kerk

17
Q

Sociale controle

A

Mensen houden elkaars gedrag in de gaten en spreken elkaar erop aan, waardoor iedereen zich op ongeveer dezelfde manier gedraagt.

18
Q

Tweede feministische golf

A

Feministen voerden actie in de jaren 1960 en 1970 om bestaande rollenpatronen te doorbreken en om te zorgen voor meer rechten voor vrouwen

19
Q

Verzuiling

A

Een verdeling van de samenleving in groepen met een eigen politieke of godsdienstige overtuiging

20
Q

Wederopbouw

A

Het herstel van de schade die de tweede wereldoorlog had veroorzaakt

21
Q

Gastarbeiders

A

arbeidsmigranten die in de jaren 1950 en 1960 door Nederlandse bedrijven uit het buitenland werden gehaald om ongeschoold werk te doen

22
Q

Intergratie

A

Een groep migranten wordt onderdeel van de samenleving doordat Nederlandse en migranten zich aan elkaar aanpassen

23
Q

Migrant

A

Iemand die naar een ander land verhuist

24
Q

Multiculturele samenleving

A

Een samenleving waarin groepen mensen met verschillende culturen samenleven

25
Nationalisme
Een gevoel van tros op het eigen volk, de eigen geschiedenis en de eigen cultuur