begrippen Hoofdstuk 1 Flashcards
Archeologie
wetenschap die het verleden bestudeert aan de hand van ongeschreven bronnen.
Cultuur
denken en doen van een groep mensen
Kunst
creatieve uiting
Moderne mens
(homo sapiens, de denkende mens) de mensensoort waartoe alle tegenwoordige mensen behoren
Nomade
iemand die rondtrekt zonder vaste woonplaats
Prehistorie
(voorgeschiedenis, tijd van jagers en boeren) eerste periode (tot 3000 v.C.)
Samenleving van jagers-verzamelaars
maatschappij van nomaden die leven van wat ze vinden en vangen in de natuur
Symbool
iets met een bepaalde betekenis
Tijd van jagers en boeren
(prehistorie) eerste tijdvak (tot 3000 v.C.)
Aanzien
waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden
Autarkisch (zelfvoorzienend)
wanneer een groep mensen voor zichzelf zorgt
Domesticeren
planten en dieren in dienst van mensen aanpassen
Hiernamaals
leven na de dood
Landbouwrevolutie (agrarische revolutie)
ontstaan van de landbouw
Landbouwsamenleving (agrarische samenleving)
maatschappij waarin mensen in dorpen leven van landbouw
Macht
als je anderen kunt laten doen wat je wilt
Migrant
landverhuizer
Milieu
leefomgeving
Monument
gedenkteken
Natuurgodsdienst
godsdienst waarbij krachten van de natuur vereerd worden
Nijverheid
product maken
Offeren
geschenken geven
Revolutie
grote verandering
Ritueel
plechtige handeling
Sedentaire leefwijze
leven op een vaste woonplaats
Slaaf
iemand die het bezit is van een ander
Sociaal
heeft te maken met mensen en groepen in een samenleving
Ambacht
beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap
Belasting
wat onderdanen aan hun regering moeten betalen
Beschaving
hoogontwikkelde cultuur
Elite
toplaag in de samenleving, de meeste machtige, rijke of geleerde mensen
Gezag
1 overwicht, 2 persoon of instelling met macht
Handel
kopen en verkopen van producten
Hiërarchie
rangorde
Landbouw stedelijke samenleving (agrarisch-stedelijke of agrarisch-urbane samenleving)
maatschappij met steden waarin een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw
Markt
plaats waar producten worden gekocht en verkocht
Mythe
godenverhaal
Onderdaan
persoon die moet gehoorzamen aan een regering
Overheid
regering
Polytheïstisch
met veel goden
Priester
godsdienstige leider
Specialisatie
als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid
Staat
1 regering, 2 gebied met een regering
Stad
van het platteland afgescheiden plaats met veel bewoners, waarvan de meeste niet leven van landbouw
Stadstaat
staat die bestaat uit een stad met het omliggende gebied
Tempel
gebouw waar een god wordt vereerd
Volk
grote groep mensen
Vorst
hoofd van een staat