Begrippen hoofdstuk 1 Flashcards
besteedbaar inkomen
Het inkomen dat overblijft nadat de verplichte uitgaven eraf zijn. Dit noemen we ook wel het secundair inkomen
inkomen
ontvangsten in geld en in natura.
inkomen in natura
ontvangsten van iets anders dan geld.
koopkracht
het totaal aan producten en diensten dat je met jouw inkomen kunt kopen
overdrachtsinkomen
inkomsten zonder tegenprestatie die je ontvangt en die worden betaald uit belastingen of premies.
primair inkomen
de inkomsten die je verdient met tegenprestaties
secundair inkomen
inkomsten waarvan de belastingen zijn afgetrokken en waarbij het overdrachtsinkomen is opgeteld.
chartaal geld
geld in papier en munten.
giraal geld
geld dat je op je bank hebt
tabel
overzicht van gegevens in kolommen en rijen
loon
het inkomen dat een werknemer verdient met zijn werk.
minimumjeugdloon
het laagste loon voor werknemers tot 23 jaar.
minimumloon
het laagste loon voor werknemers vanaf 23 jaar.
werkgever
een bedrijf of instelling waar één of meer mensen in dienst zijn
werknemer
iemand in dienst van een bedrijf of instelling