Begrippen H3 Flashcards
Atomen
Bouwstenen van moleculen
Atomen zijn opgebouwd uit protonen, neutronen en elektronen. In de kern zitten protonen en neutronen. Daaromheen zitten elektronen in schillen. Met een atoommodel kun je de bouw van een atoom beschrijven.
Atoommassa
De massa van 1 atoom, uitgedrukt in de atomaire massa-eenheid u.
Atoomnummer
Het aantal protonen in de kern van een atoom en de positie in het periodiek systeem.
Element
Deeltje dat uit 1 atoomsoort bestaat.
Isotopen
Atomen van dezelfde atoomsoort met een verschillend aantal neutronen in de kern
Legering
Een mengsel van twee metalen, die in de vloeibare fase gemengd zijn
Massagetal
De som van het aantal protonen en neutronen in de kern van het atoom
Massapercentage
Een gedeelte van een totale massa uitgedrukt in procenten. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om het gehalte van een bepaalde atoomsoort in een verbinding aan te geven.
Micro- en macroniveau
Het microniveau beschrijft alles op het niveau van atomen en moleculen, het macroniveau beschrijft alles wat je met je zintuigen kunt waarnemen
Modellen en simulaties
Modellen zijn vereenvoudigde weergaven van de realiteit om dingen te kunnen onderzoeken en te begrijpen. Wanneer een model wordt gebruikt om te zien wat het effect is van een verandering op het model, heet het een simulatie.
Moleculen
Deeltjes die zijn opgebouwd uit atomen. Veel moleculen samen vormen een stof. Moleculen kun je weergegeven met een molecuultekening en met een formule.
Molecuulformule
De molecuulformule geeft de soort en het aantal atomen in een molecuul weer. De index geeft het aantal van een bepaald atoom in een molecuul aan. Met een coëfficiënt geef e het aantal moleculen aan.
Periodiek systeem
Een tabel met alle atoomsoorten gerangschikt naar oplopend atoomnummer. In het periodiek systeem staan de atoomsoorten in groepen met overeenkomstige eigenschappen Het periodiek systeem kun je onderverdelen in metalen, metalloïden en niet-metalen.
Verbinding
Een molecuul dat uit twee of meer atoomsoorten bestaat.