Begrippen H3 Flashcards
Nationaalsocialisme
Politieke leer waarin fascistische ideeën zijn gecombineerd met racisme en antisemitisme
Antisemitisme
Haat tegen joden
Roma en Sinti
Oost-Europese volken die van oudsher een reizend bestaan hadden; vroeger vaak aangeduid met het wordt ‘zigeuners’
Machtigingswet
Wet die aan hitler de macht gaf om Duitsland zonder tussenkomst van het parlement te besturen
Concentratiekamp
Kamp waar mensen die volgens een regering niet thuishoren in de samenleving, zonder proces worden opgesloten
Indoctrinatie
Het systematisch aanleren en opdringen van ideeën van een bepaalde groep of partij
Conferentie van München
Bijeenkomst en 1938 waarbij Groot-Brittannië en Frankrijk toestonden dat hitler het Sudetenland innam, op voorwaarde dat Hitler zou afzien van verdere veroveringen
Appeasementpolitiek
Letterlijk: ‘verzoeningspolitiek’ de buitenlandse van Groot-Britannië en Frankrijk in de jaren 1930, die erop was gericht een oorlog met Duitsland te voorkomen door steeds toe te geven aan de eisen van Hitler
Asmogendheden
Duitsland, Italië en Japan: de landen die elkaar steunden tijdens de Tweede Wereldoorlog als bondgenoten steunden
Tweede Wereldoorlog
Oorlog van 1939 tot 1945 tussen de asmogendheden en de geallieerden
Bezetting
De verovering van een ander land en het overnemen van de macht in dat land
Krijgsgevangene
Militair die tijden een oorlog door de tegenpartij gevangenen wordtgenomen
Interneringskamp
Kamp waar burgers of militairen zonder proces worden opgesloten om ze buiten de samenleving te houden; vergelijkbaar met een concentratiekamp, maar den meestal gebruikt voor Japanse kampen, bijvoorbeeld in Nederlands-Indië
Geallieerden
Bondgenootschap van Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, Canada en andere landen die tijden de tweede wereldoorlog tegen de asmogendheden vochten
Collaboratie
Samenwerking met de bezetter van een land
Verzet
Het actief tegenwerken van de bezetter
Slag bij Stalingrad
Veldslag bij de sovjetstad Stalingrad, waarbij de Sovjet-Unie de Duitse opmars wist te keren
D-day
Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944, met als doel Duitsland te verslaan
Getto
Afgesloten wijk van een stad waar joden verplicht woonden
Progrom
Georganiseerde en gewelddadige aanval op joden
Uitsluiting
Ervoor zorgen dat een bepaalde bevolkingsgroep niet op een volwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving
Neurenbeger rassenwetten
Duitse nationaalsocialistische wetten uit 1935 die bedoeld waren om het ‘Germaanse ras’ zuiver te houden
Rijkskristalnacht
Letterlijk: ‘nacht van het gebroken glas’. Aanval die Duitse nationaalsocialisten in 1938 in heel Duitsland deden op Joodse winkels, bedrijven en synagogen
Razzia
Kortdurende actie door militairen of de politie in een bepaald gebied met het doel alle leden te pakken van een bepaalde groep (bijv joden)