Begrippen H2 Flashcards

1
Q

Asmogendheden

A

Bondgenootschap tussen Italië, Duitsland en Japan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anschluss

A

Aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Conferentie van München

A

Bijeenkomst in 1938 waarbij Engeland en Frankrijk toestonden dan Hitler Sudetenland innam, op voorwaarde dat er vrede zou blijven in Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lebensraum

A

Letterlijk: levensruimte. Volgens de nationaalsocialisten hadden de Duisters recht op een gebiedsuitbreiding in Oost-Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tweede Wereldoorlog

A

Oorlog van 1939 tot 1945 tussen de asmogendheden en de geallieerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geallieerden

A

Bondgenootschap van Engeland, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en andere landen, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht tegen de asmogendheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

D-day

A

Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944, met als doel de Duitsers te verslaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Neurenberger rassenwetten

A

In 1935 legde Hitler regels vast om het Germaanse ras zuiver te houden. Duitsers mochten bijvoorbeeld niet met Joden trouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rijkskristalnacht

A

Nacht van het gebroken glas. In de nacht van 9 op 10 november 1938 organiseerde de Nazi’s overal in Duitsland aanvallen op Joodse winkels, bedrijven en instellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Getto

A

Afgesloten wijk van de stad, waar Joden verplicht moesten wonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wannsee-conferentie

A

Vergadering in 1942 waarin de belangrijkste Nazi’s besloten om systematisch alle Joden in Europa in vernietigingskampen te vermoorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Endlösung

A

Duits plan voor de totalen uitroeiing van de Joden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vernietigingskampen

A

Kampen waar zoveel mogelijk gevangenen werden vermoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Holocaust

A

De moord op 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bezetting

A

De verovering van een ander land en het overnemen van de macht in dat land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verzet

A

Het niet aanvaarden van een bezetting. Passief verzet is het niet naleven van Duitse maatregelen. Bij actief verzet wordt de bezetter actief tegengewerkt

17
Q

Bevrijding

A

Het einde van de bezetting van een land.

18
Q

Arbeidsinzet

A

Gedwongen tewerkstelling in Duitsland van mannen boven 18 jaar (vanaf 1942).

19
Q

Razzia

A

Kortdurende actie door militairen of de politie in een bepaald gebied, waarbij een bepaalde groep mensen, bijvoorbeeld Joden, werd opgepakt.

20
Q

Collaboratie

A

Samenwerken met de bezetter van een land.

21
Q

Nationaalsocialistische beweging (NSB)

A

Nederlandse politieke beweging onder leiding van Anton Mussert, die met de Duitse bezetters samenwerkte.

22
Q

Sitzkrieg (Phony war)

A

Oorlog tussen Duitsland, Engeland en Frankrijk, waarbij niemand iets doet.

23
Q

Blitzkrieg

A

Een snelle oorlog waarbij Duitsers alles wat ze hebben gelijk inzetten.

24
Q

Churchill

A

Engelse minister president

25
Pearl Harbor
Marine basis van de Amerikanen op Hawaii. In 1941 wordt Pearl Harbor kapot gebombardeerd door Japan.
26
Roosevelt
Amerikaanse minister president
27
Patten
Amerikaanse generaal. Patten was de opperbevelleider van een Amerikaans nepleger, om zo Duitsland te misleiden.