begrippen h1 Flashcards
afzetmarkt
plaats waar goederen worden verkocht of diensten aangeboden
agglomeratievoordeel
het voordeel dat bedrijven hebben door bij elkaar in de buurt te zitten
armoedegrens
inkomen dat je nodig hebt om te kunnen voorzien in de basisbehoeften
BRICS-landen
Brazilië, rusland, india, chine en zuid-afrika
buitenlandse directe investeringen
buitenlandse investeringen in een land.
de-industrialisatie
ontwikkeling waarbij de industriële activiteiten voor een belangrijk deel verdwijnen in een regio
dekolonisatie
periode vooral tussen 1945 en 1970 waarin de vroegere koloniën onafhankelijk worden
exportgerichte industrialisatie
industrialiseren door goederen te produceren voor de export
exportproductiezones
speciaal ingerichte bedrijventerreinen vaak bij vliegvelden of havens waar op de export gerichte bedrijven zich vestigen
gini-coëfficiënt
een maat om sociale ongelijkheid te meten. loopt van 0 tot 1
global shift
de verschuiving op aarde van het economisch kerngebied. vaak verstaat men hieronder de verschuiving van de transen van de oceanen
globalisering
proces waarbij gebieden op aarde op tal van terreinen steeds meer met elkaar verbonden raken
groeimarkt
afzetgebied met veel groeimogelijkheden
handelskolonialisme
vestiging van europese handelsmaatschappijen in de nieuw ontdekte gebieden van afrika, amerika en azië, met het doel handel te drijven
herstructurering
het omvormen van de economie
importheffing
belastingen op ingevoerde goederen, bedoeld om de binnenlandse markt te beschermen tegen het buitenland
importvervangense industrialisatie
het vervangen van importgoederen door eigen productie
industrieel kolonialisme
fase waarin europese moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden
koude oorlog
periode waarin de twee wereldmachten vijandig tegenover elkaar stonden
lagelonenlanden
landen in de periferie die een veel lager loonniveau kennen dan in de rijke landen
multipolaire wereldeconomie
een economie waarbij op meerdere plaatsen in de wereld belangrijke economische kerngebieden ontstaan
planeconomie
een systeem waarbij de overheid plant hoe de economische ontwikkeling moet verlopen, vaak in een vijfjarenplan
politieke systeem
de wijze waarop een land word bestuurd
productieketen
de schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat van grondstof tot eindproduct
protectionisme
de bescherming van de binnenlandse markt en bedrijven tegen buitenlandse concurrentie
triade
de drie belangrijkste handelsblokmen in de wereld
vrijemarkteconomie
economisch systeem waarbij de productie in handen is van de particuliere ondernemer en de prijs van goederen en diensten tot stand komt door vraag en aanbod
vrijhandel
handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zo veel mogelijk worden weggenomen
WTO
wereldhandelsorganisatie die pleit voor vrijhandel
zelfvoorzienende landbouw
traditionele landbouw in arme landen waarbij de productie bedoeld is voor eigen gebruik of de lokale markt