Begrippen H1 Flashcards
Agrarische samenleving
Samenleving waarin de landbouw het belangrijkste middel van bestaan is
Ambtenaar
Werknemer in dienst van de overheid die helpt bij het besturen van een land.
Archeoloog
Wetenschapper die onderzoek doet naar het verleden, voornamelijk de prehistorie. Daarbij zoekt hij bij opgravingen naar ongeschreven bronnen.
Bandkeramiek
Aardewerk met versiering in de vorm van een band van boeren die vanaf 5300 v.chr. In Limburg leefden.
Cultuur
Manier waarop een groep mensen leeft
Elite
Kleine groep mensen met veel aanzien en macht.
Evolutietheorie
Wetenschappelijke verklaring voor het ontstaan van de mensen. Mensen zouden miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit apen en mensapen.
Farao
De leider van het oude Egypte. Hij bepaalde de wetten in het land
Geschreven bron
Bron waarin schrifttekens worden gebruikt.
Grafgift
Voorwerp dat in het graf van de overledende is gelegd.
Hiërogliefenschrift
Schrift dat de Egyptenaren gebruikten en dat bestond uit verschillende kleine afbeeldingen.
Irrigratielandbouw
Systeem waarmee op een kunstmatige manier voldoende water wordt aangevoerd ten behoeve van de akkerbouw
Jager-verzamelaar
Mens die leefde van de jacht op dieren en het verzamelen van planten, vruchten en noten
Landbouwrevolutie
Het ontstaan van de landbouw ongeveer 10.000 v. Chr. In het nabije oosten
Nomade
Mens zonder vaste woonplaats, die rondtrekt van kamp naar kamp