Begrippen filmmuziek Flashcards
1
Q
Lingua Franca
A
Hollywoodstijl
4-actenstructuur
1. Introductie
2. Complicatie v.d. actie
3. Ontwikkeling
4. Climax
2
Q
Golden Age 5 grote studio’s
A
- MGM (komedie)
- Paramount (komedies & epics)
- Warner Bross (gangster & avonturenfilm)
- Twentieth Fox Century (westerns & historic drama
- Radio keith orpheum (musicals)
3
Q
Temp Tracks
A
Temporary music track
- Tijdens pre-productie gebruikt om als gids te fungeren
4
Q
Fantastical Gap
A
- Stillwell -
Tussenfase diëtische en non-diëgetische muziek
5
Q
Celluloid Jukeboxes
A
- Romney & Wootton -
Iedereen heeft persoonlijke nummers die ze kennen en al associaties bij hebben voordat de film begint
6
Q
Source Scoring
A
- Hagan -
Diëgetische muziek die zich als non-diëgetische muziek lijkt te gedragen
-> wordt gepresenteerd als muzikale bron binnen de film
Bv. Radio gaat aan
(Rear window - Hitchcock)
7
Q
Acousmetre
A
- Chion -
Wanneer je een in diëgese actief personage niet ziet maar wel hoort
vb. tandpastastem ‘stranger than fiction’ (2006).
8
Q
Acousmatic sound
A
- Chion -
Wanneer je geluid hoort zonder dat je de bron ziet of pas later ziet
9
Q
Sonic Flow
A
- Chion -
Relatie muziek tot beelden. Muziek kan onlogisch klinken maar bij beelden klopt het wel met de interne logica van de scène
10
Q
Metadiegetic sound
A
- Chion -
Muziek/geluid dat zich afspeelt in interne bewustzijn van een personage
(droom, gedachte, hallucinatie)
Vb. Amelie die in een cafe dagdroomt, terwijl ze dagdroomt horen we haar innerlijke gedachte)
11
Q
Asynchronous sound
A
- Chion -
Geluid dat niet door de scene die we zien geproduceerd wordt.
‘The graduate’ 1967
Hoofdpersonage op de lopende band en je hoort stemmen maar je hebt geen idee waar die vandaan komen en het lijkt niet te kloppen met het beeld
12
Q
Synchronous sound
A
- Chion -
Diëgetisch geluid wat overeenkomt met wat je ziet
Bron kan zowel on als off screen zijn
Vb. Jurassic park -> dinos brullen op het juiste moment en de geluidseffecten zijn perfect toegepast
13
Q
Anempathetic sound
A
- Chion -
Muzikale onverschilligheid tegenover de beelden
-> reageert niet op de situatie
14
Q
Gebruik jazz in 4 categorieen
A
- Ras
- Amerika (Urban life)
- Misdaad/immoraliteit (verslaving, seksualiteit, verlangen
- Intellectualiteit/onconventionaliteit
15
Q
Affliating identifications
A
- Kassabian -
Compiled score
Hebben al persoonlijke betekenis