Begrippen enzo Flashcards
Rechtsgeleerdheid
Hoe luidt het positieve, geldende recht?
Rechtssociologie/criminologie
Hoe werkt het recht in de praktijk? feitelijke empirische vragen, extern gezichtsveld (kunnen geen normen uit worden afgeleid)
Rechtsfilosofie
hoe moet het recht zijn, wat is rechtvaardig? normatieve vragen. (kunnen geen feiten uit worden afgeleid)
Rechtsvergelijking
hoe luidt het (positieve)recht in verschillende samenlevingen?
Rechtsantropologie
Hoe werkt het recht in verschillende samenlevingen?
Interdisciplinair
vakoverstijgend of methodeoverstijgend
Wat is wetenschap (4)
1) Streven naar waarheid.
2) Objectiviteit. (= onmogelijk dus bij voorkeur metingen door verschillende personen –> intersubjectief)
3) Verklaring van fenomenen (oorzaken achterhalen)
4) Streven naar generaliseerbare kennis (algemene gelding)
Effectiviteit (eng, ruimer, ruimst)
Enge opvatting: worden regels nageleefd
Ruimer: wordt het doel bereikt
Ruimst: zijn er ook neveneffecten?
Legitimiteit
Algemene bereidheid om door de overheid gestelde normen of beslissingen te aanvaarden, ongeacht de inhoud er van
Legaliteit (van overheidsbesluiten en overheidsoptreden)
gebaseerd op wettelijke bevoegdheden en in overeenstemming met geldende regels en voorschriften
Directe effecten, indirecte effecten, neveneffecten
Directe effecten: worden normen in de praktijk nageleefd?
Indirecte effecten: Wordt het doel van de norm bereikt?
Neveneffecten: onbedoelde neveneffecten? voorzien? onvoorzien?
Verschil criminologie met rechtswetenschappen
- criminologie is geen normatieve wetenschap
- centraal staan theorieën en empirisch onderzoek
Hoofdvragen van criminologie (4)
- wat is de aard, omvang en ontwikkeling van criminaliteit
- wat zijn verklaringen voor (verschillen in) criminaliteit
- hoe reageert de overheid en de maatschappij op criminaliteit
- wat wordt verstaan onder criminaliteit en waarom
Subdisciplines (6)
- etiologie: richt zich op het ontstaan van een aandoening
- victimologie: het onderzoek naar slachtoffers en slachtofferschap
- penologie: de wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoeken van de effectiviteit van formele straffen
- criminaliteitsbeleid
- preventie
- non-cummune vormen van criminaliteit
Wat is criminaliteit?
- menselijk gedrag
- het overtreden van een regel (vaak uit wetboek van strafrecht)
- met ernstige gevolgen voor samenleving/slachtoffer(s)
- aantasting rechtsgevoel/rechtsorde
Selectiviteit in de strafrechtspleging (3)
Door: capaciteitsgebrek, regionale verschillen, naar groepskenmerken (sociaal milieu, sekse,leeftijd,etniciteit)
Wat is de rechtsstaat?
- ‘Een niet-democratisch rechtsstelsel, gebaseerd op de ontkenning van mensenrechten, op grote armoede, op rassenscheiding, seksuele ongelijkheid en religieuze vervolging zou in principe beter aan de eisen van de rechtsstaat kunnen voldoen dan de rechtsstelsels van de meer verlichte westerse democratieën’
Empirisch onderzoek
- onderzoek op basis van waarnemingen en observaties
- verzamelen van gegevens uit de praktijk
- via kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden
- op een wetenschappelijke manier (objectief, doelgericht, haalbaar, betrouwbaar, valide, streven naar generaliseerbaarheid)
Onbehagenhypothese
vertrouwen hangt samen hoe mensen tegen andere instituties/mensen kijken. Mensen die over het algemeen weinig vertrouwen hebben, hebben dat bij veel dingen, niet per se rechters.
Prestatiehypothese
vertrouwen hangt samen met de prestaties van de instituties.
Theologische benadering (-1700)
romeinsrecht ging het over de burgers. Niet over ‘stelen van de staat’. Men zag misdaad als iets kwaads, van de duivel, zondige aard van de mens (ook door opkomst christendom).
Filosofische benadering (1700-1800)
Klassieke benadering. Niet waarom mensen misdaad plegen, maar over hoe je met straf om moet gaan. Ze willen het als preventieve werking, men moet weten waar hij aan toe is. Moet humaner, sneller uitgevoerd worden.
Wetenschappelijke benadering (1800-1900). Positivistische school
met modellen, gekopieerd uit de natuurwetenschappen.
Modern wetenschappelijke benadering (1900-nu)
misschien zijn de natuurwetenschappen niet het beste, maar eigen onderzoeksmethoden. Specifiek voor het bestuderen van menselijk gedrag, en dan in het bijzonder criminologie.
Wetenschappelijke benadering–> Italiaanse antropologieschool
Willen het biologische aspect van criminelen onderzoeken. Bepaalde gelaatstrekken bleken vaak voor te komen, maar uit onderzoek bleek dat niet wetenschappelijk. Overtuiging dat criminelen mensen zijn die nog niet ver genoeg geëvalueerd zijn, mensen kunnen er niks aan doen. Dus helpen ipv straffen.
Wetenschappelijke benadering –> franse milieuschool.
Keken naar omgeving waar mensen in opgroeien. Verbanden met sociale omgeving, welvaartsniveau. Onderzoek naar deze factoren.
Socialistische criminologie
Geinspireerd op Marx en Engels. Kijken naar verschillen in macht.
Utrechtse school (Willem Pompe) (1930-1960)
Proberen de drie elementen te verenigen (klassieke school (rationeel afgeschrikt worden), mens is biologisch wezen (kan er niks aan doen), criminaliteit door sociale omgeving).
Voordelen registratiedata
- gemakkelijk te verzamelen doordat het goed bijgehouden wordt en makkelijk opgezocht kan worden
- longtudinaal onderzoek: kan gekeken worden naar ontwikkelingen over de tijd (rekening houdend met registratiebereidheid)
Nadelen registratiedata
- dark number: verborgen criminaliteit
- filtering: sommige dingen worden niet gemeld
- registraties focussen op delicten niet op slachtoffers of verdachten
- internationale verschillen (moeilijk om landen te vergelijken)
Voordelen slachtofferenquetes
- Representatief beeld bevolking
- vragen over achtergrond factoren
- dark number kan worden geschat
nadelen slachtofferenquetes
- alleen mogelijk voor veelvoorkomende criminaliteit
- alleen mogelijk voor criminaliteit met slachtoffers