begrippen (Deel 1-3) Flashcards

1
Q

TO-kaart

A

middeleeuwse wereldkaart met aanduidingen van de tot dan toe bekende continenten (Europa, Azië en Afrika) en zeeën, met Jeruzalem als middelpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

feitrorias

A

kleine, zwaarbewapende Portugese handelsnederzettingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

karveel

A

Portugees schip speciaal voor oceaanvaart met zowel rechthoekige als driehoekige zeilen (15de eeuw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

koloniseren

A

deel van eigen bevolking vestigen in gebied om controle te hebben over ‘het nieuwe gebied’ en hier de baas te zijn en een nieuw rijk opbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verdrag van Tordesillas

A

scheidingslijn op kaart, 370 zeemijlen ten westen van de Kaapverdische eilanden (westen = Spanje, oosten = Portugal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verdrag van Zaragoza (1529)

A

verdrag om invloedsferen in het oosten af te bakenen (Amerika en Indië is niet dezelfde landmassa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kaapvaart

A

schepen aanvallen en de lading in beslag nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)

A

organisatie die een licentie kreeg van de staat op handel te voeren met een bepaalde regio, hierbij kreeg de staat een deel van de opbrengsten. Ook eerste naamloze vennootschap, gewone Nederlanders konden een aandeel kopen. Als het VOC een succesvolle handelsreis had, kregen de aandeelhouders een deel van de winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

plantages

A

grote lappen grond waar 1 soort plant op wordt verbouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Trans-Atlantische driehoekshandel

A

handel tussen Europa, Afrika en Amerika, handel over grotere afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

handelskapitalisme

A

winst steeds opnieuw investeren in handelsbedrijf, om zo meer winst te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

censuur

A

toezicht van de overheid op uiting in woorden en geschrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Malleus Maleficarum

A

handleiding over hoe je heksen herkent en ze het best kunt folteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

klokkenluider

A

iemand die misverstanden binnen een organisatie openbaar maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

humanisten

A

intellectuele beweging die de klassieke oudheid bestudeerde, probeerden een volledig en historisch correct beeld van de oudheid te vormen (14de eeuw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

humanistische denken

A

focus op de mens, zelf nadenken, zelf reflecteren of iets goed of slecht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

theocentrisme

A

religieuze overtuiging waarbij God centraal staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

antropocentrisme

A

visie waarbij de mens centraal staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

empirisch onderzoek

A

zelf op onderzoek uitgaan, iets pas geloven als je het met eigen ogen hebt gezien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

geocentrisme

A

opvatting dat de aarde het middelpunt van ons stelsel is, later ontkracht door Copernicus en Galilei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

heliocentrisme

A

de zon is het middelpunt van het heelal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

mecenas

A

kunstsponser, machtige heren en dames die opdracht gaven aan kunstenaars die zich lieten inspireren door de oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Renaissance

A

‘nieuwe’ kunststroming, realistische kunst

24
Q

aflaten

A

kerkelijke brieven waarin deze persoon een deel van zijn tijd in het vagevuur krijgt kwijtgescholden

25
Q

vagevuur

A

plaats tussen hel en hemel, om te boeten voor je zonden voordat je naar de hemel mag

26
Q

reformatie

A

hervorming van de kerk

27
Q

Sola Scriptura

A

de Bijbel is de basis van het geloof, alleen door de Bijbel

28
Q

Sola Fide

A

je kan enkel in de hemel geraken door oprecht in God te geloven, redding door het geloof alleen

29
Q

predestinatietheorie

A

de mens heeft geen invloed op het proces van verdoemenis en verlossing, het staat bij je geboorte al vast of je voorbestemd bent voor de hel of de hemel

30
Q

inquisitie

A

speciale christelijke rechtbank voor het opsporen, berechten en bestraffen van protesten (ook Joden en zondebokken)

31
Q

contrareformatie

A

hervorming binnen de Rooms-Katholieke kerk om de kerk van Rome terug populair te maken in Europa

32
Q

concilie

A

vergadering van regionale christelijke leiders

33
Q

De nederlanden

A

gebied tussen de Noordzee, Frankrijk en Duitsland; huidige Benelux

34
Q

Verdrag van Verdun

A

verdeling van het Frankische rijk na de dood van Lodewijk, West-, Midden- (Lotharingen), en Oost-Frankische rijk

35
Q

feodaliteit/leenstelsel

A

je rijk in stukjes delen en in leen geven aan edelen, zij krijgen macht over dit deel en moeten trouw blijven en het gebied verdedigen in naam van de koning

36
Q

laken

A

wollen stof die nog bewerkt moet worden

37
Q

Honderjarige-Oorlog (1337-1453)

A

reeks oorlogen tussen de Engelsen en Fransen voor de macht in Frankrijk

38
Q

gedecentraliseerde macht

A

macht die verspreid is op regionaal niveau

39
Q

statenvergadering

A

vergaderorgaan met vertegenwoordigers uit de 3 standen, die onderhandelen over belastingen

40
Q

centraliseren

A

macht naar zich toe trekken en besturen vanuit het centrum

41
Q

Staten-Generaal

A

parlement waarin vertegenwoordigers van de 3 standen uit alle staatjes van de Lage Landen samenkomen, om bv te onderhandelen over belastingen. Hierdoor moest de Bourgondische hertog niet met elke staat afzonderlijk onderhandelen.

42
Q

Parlement van Mechelen

A

hoogste rechtbank in de Nederlanden, rechters konden uitspraken van de ondergeschikte regionale rechtbanken ongedaan maken

43
Q

Habsburg

A

extreem machtige familie met een groot rijk (vooral onder Karel V)

44
Q

Raad van State

A

hoge edelen, adviseren de vorst als het gaat om belangrijke politieke en militaire zaken

45
Q

Geheime Raad

A

rechtsgeleerden/juristen, wetten uitvaardigen die van kracht waren over het ganse Nederlandse grondgebied

46
Q

Raad van Financiën

A

hoge edelen en juristen, hielden zich bezig met belangrijke geldzaken zoals toekijken op een juiste belastingheffing

47
Q

Pragmatieke Sanctie (1549)

A

beslissing dat de Nederlanden 1 en ondeelbaar waren, voor altijd bij elkaar moesten blijven en nooit van elkaar mochten scheiden bij erfenissen in de toekomst

48
Q

plakkaat

A

wet

49
Q

executie

A

doodstraf

50
Q

bloedplakkaat

A

heel erg strenge wettekst die werd uitgevaardigd door Karel V, waarin stond geschreven dat elke protestant zich aan de doodstraf kon verwachten en verplichtte iedereen om ketters (protestanten) aan te geven bij de overheid indien men er weet van had

51
Q

beeldenstorm

A

calvinisten trokken met fakkels en hamers richting kloosterkerken en sloegen hier heiligenbeelden en glasramen stuk, vonden dat de kerken terug soberder moesten worden

52
Q

geuzen

A

Nederlandse rebellen

53
Q

Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)

A

gewapend conflict tussen geuzen en de Spaanse koning

54
Q

Vrede van Münster (1648)

A

vredeverdrag tussen geuzen en Spaanse kroon, waarbij de Spaanse koning de baas word over de Zuidelijke Nederlanden en de Noordelijke Nederlanden onafhankelijk worden

55
Q

republiek

A

staat waarvan het staatshoofd niet door erfopvolging wordt aangewezen, maar op 1 of andere manier wordt verkozen