begrippen Ba1 Flashcards
observationeel onderzoek
onderzoek waarbij gekeken wordt naar het verband tussen 2 dingen, er wordt dus geen interventie uitgevoerd
interventie onderzoek
onderzoek waarbij een interventie onderzocht wordt
RCT
onderzoek met controle- en interventiegroep waarbij de deelnemers gerandomiseerd ingedeeld worden in de groepen
case-control studies
studie waarbij deelnemers geselecteerd worden o.b.v een ziektebeeld, vaak wordt gekeken naar factoren die geassocieerd worden met het ziektebeeld
cross-over design
studie waarbij deelnemers tijdens het onderzoek wisselen van behandeling
longitudinale studies
onderzoek waarbij de deelnemers gedurende langere periode gevolgd worden en de metingen meerdere keren gedaan worden
prospectief onderzoek
onderzoek gericht op de toekomst: deelnemers worden langere tijd gevolgd
cross-sectionele studies
onderzoek waarbij data op één bepaald moment verzameld worden
retrospectief onderzoek
onderzoek o.b.v. eerder verzamelde gegevens
non-inferiority trial
studie waarin onderzocht wordt of een (nieuwe) behandeling niet slechter is dan de controle(oude)behandeling
pragmatische studie
studie waarin het effect/de effecten van een interventie in de dagelijkse praktijk onderzocht wordt
continue variabelen
variabelen die allerlei tussenwaarden aan kunnen nemen (bv. lengte, gewicht)
categorische variabelen
variabelen die niet gesommeerd kunnen worden, dus geslacht, favoriete stad etc.
nulhypothese
“er is geen verschil/verband”
toevallige fout
afwijking die het gevolg is van toevallige/oncontroleerbare/onbekende factor
systematische fout
afwijking die het gevolg is van iets systematisch en dus niet toevallig is
correlatie
statistische samenhang tussen twee grootheden (er hoeft geen causaliteit/oorzaak-gevolg relatie te zijn)
causaliteit
verandering in de ene variabele veroorzaakt een verandering in de andere variabele (oorzaak-gevolg relatie)
correctie voor multiple testing & Bonferroni correctie
methhode om te corrigeren voor multiple testing, omdat daarbij de kans op een type-1 fout toe kan nemen. Een voorbeeld hiervan is de Bonferroni correctie, lagere p-waarde
survival analyse
wordt gebruikt voor data die informatie geeft over de tijd tot het optreden van een bepaald event
regressie analyse
wordt gebruikt om het effect te bepalen van een (of meerdere) verklarende variabele(n), zoals lengte of leeftijd, op een afhankelijke variabele zoals gewicht
type 1 fout
fout-positieve conclusie
type 2 fout
fout-negatieve conclusoe
relatief risico
uitkomstmaat die het risico op een event tussen 2 groepen vergelijks. RR is de verhouding tussen twee absolute risico’s.
odds ratio
verhouding van de odds van een event in groep A vs groep B
hazard ratio
verhouding van de kans op event in groep A vs groep B
all-cause mortality
totale sterfte
cause-specific mortality
oorzaak-specifieke sterfte
likelihood ratio
geeft aan hoe sterk een positief testresultaat de kans op ziekte vergroot, en een negatief testresultaat de kans op ziekte verkleint
(relatieve en absolute) risico reductie
relatief: de verhouding van het risicoverschil tussen de interventiegroep en de controlegroep en het risico in de controlegroep.
absoluut: de verandering in het resultaat bij de (nieuwe) behandeling
number needed to treat
aantal patiënten die behandeld moeten worden om één event te voorkomen
number needed to harm
aantal patiënten dat behandeld moet worden om bijwerkingen bij één persoon te zien
sensitiviteit
percentage terecht positieve testen
specificiteit
percentage terecht negatieve testen
positief voorspellende waarde
kans op ziek bij positieve testuitslag
negatief voorspellende waarde
kans op niet ziek bij negatieve testuitslag
stratificeren
the process of dividing the rows of a data frame into subgroups that have common properties
randomisatie
willekeurige indeling van deelnemers in groepen
double dummy
deelnemers krijgen zowel placebo als interventie, of twee verschillende interventies
intention-to-treat analysis
analyse waarbij alle gerandomiseerde deelnemers meegenomen worden, ongeacht of ze de behandeling juist hebben gevolgd
per protocol analysis
analyse waarbij alleen de deelnemers meegenomen worden die per protocol behandeld zijn
confounders
derde variabele die je bepaalde en onbepaalde variabele kan beïnvloeden
correctie voor confounders
maatregelen om confounding te voorkomen, bijv randomisatie, stratificeren etc
interim analyse
tussentijdse analyse van de data
post-hoc analyse
analyse na het verzamelen van alle data