Begrippen Flashcards
publiekrecht
het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de uitoefening van openbaar gezag
staatsrecht
het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de organisatie van de met gezag beklede organen en de grenzen van hun gezag
overheid
alle instellingen die het recht hebben om burgers verplichtingen op te leggen en juist rechten toe te kennen. overheid is onder te verdelen in centrale overheid (regering en ministers) en lagere overheden (provincies, gemeenten)
openbaar lichaam
Overheidslichaam dat belast is met een deel van de publieke zorg in de samenleving
Koninkrijk der Nederlanden
Nederland, Aruba, Curacao en Sint Maarten (art. 1 Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden)
Statuut
hier wordt meestal het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden bedoeld. Het is de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden. Deze staat boven de Nederlandse Grondwet.
rechtsstaat
een staat waarvan de organisatie erop gericht is dat burgers beschermd zijn tegen machtsmisbruik door de staat zelf. (beginselen van een
rechtsstaat: legaliteitsbeginsel, scheiding/evenwicht van machten, grondrechten, onafhankelijke rechter)
legaliteitsbeginsel
geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet of Grondwet (en met wet wordt er wet in formele zin bedoeld!)
specialiteitsbeginsel
het bestuur mag bij het gebruik maken van een wettelijk toegekende bevoegdheid alleen die belangen meewegen, die de betreffende regeling specifiek beoogt te beschermen (zie art. 3:4 lid 1)
Bijzondere gemeenten / Openbare lichamen
Bonaire, Saba, Sint-Eustatius
formele wetgever
Regering en Staten-Generaal
wet in formele zin
Wet gemaakt door de formele wetgever
wet in materiële zin
Zie algemeen verbindend voorschrift
Trias Politica
de Trias Politica volgens Montesquieu houdt in dat er sprake is van een scheiding van drie functies (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke functie) die zijn verdeeld over drie machten of organen die onafhankelijk van elkaar zijn. Er is sprake van een zuivere machtenscheiding.
machtenscheiding
rechterlijke macht, uitvoerende macht, wetgevende macht
montesquieu
hij beschreef in 1748 in zijn de “l’Esprit des Lois” de trias politica
wetgevende macht
wetgever
zie formele wetgever
checks and balances
niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoordiging schuldig te zijn of zonder dat op die uitoefening controle bestaat
Grondwet
het doel is het weergeven van beginselen, die de grondslag voor wetgeving en bestuur moeten zijn
Klassieke grondrechten
vrijheidsrechten met als doel een staatsvrije sfeer te garanderen waarin de burger zonder overheidsinmenging van zekere vrijheden gebruik kan maken. Voorbeeld: vrijheid van meningsuiting
Sociale grondrechten
grondrechten met als doel de burgers (sociale) bescherming te bieden en in staat te stellen een menswaardig bestaan op te bouwen.
Rigid constitution
indien voor grondwetswijziging een zwaardere procedure is voorgeschreven dan voor gewone wetgeving, spreekt men van een rigide constitution.
Flexible constitution
als de Grondwet makkelijk te wijzigen is
Absoluut/ongeclausuleerd geformuleerd
houdt in dat een grondrecht niet beperkt kan worden. Er is dus geen beperkingsclausule.
Relatief/geclausuleerd geformuleerd
houdt in dat een grondrecht beperkt kan worden. Per grondrecht moet in de beperkingsclausule gekeken worden naar de voorwaarden waaronder beperkt mag worden. De zinsnede ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’ betekent dat enkel de wetgever in formele zin beperkingen kan stellen.
Horizontale werking van grondrechten (derdenwerking)
wanneer grondrechten werken tussen burgers of privaatrechtelijke instellingen onderling.
Verticale werking van grondrechten
wanneer grondrechten werken tussen burger en overheid. De overheid kan zich tegenover een burger niet op een grondrecht beroepen.
Samenloop van grondrechten
houdt in dat 1 grondrechtgerechtigde zich op meerdere grondrechten kan beroepen
Botsing van grondrechten
het beroep van de ene grondrechtgerechtigde komt in botsing met een beroep op een grondrecht door een andere grondrechtgerechtigde
Beperkingsmogelijkheden van de wetgever
competentie/bevoegdheidsvorschrift, doelcriteria/belangen, procedurevoorschriften
Competentie/bevoegdheidsvoorschrift
wie mag grondrechten beperken
Doelcriteria/belangen
om welke reden het grondrecht beperkt mag worde
Procedurevoorschriften
hoe de procedure moet verlopen
splitsingsrecht
in de tweede lezing van de wijzigingsprocedure van een grondwet, is het mogelijkhet wijzigingsvoorstel te splitsen in een aantal delen, zodat er in ieder geval een deel van de wijzigingen door de tweede lezing heen komen die wel goedgekeurd worden, in plaats van dat het helemaal afgekeurd wordt.
ESH
Europees Sociaal Handvest, tegenhanger van EVRM, dit verdrag bevat sociale grondrechten
EVRM
Europees verdrag voor de rechten, verdrag met klassieke grondrechten
EHRM
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Prejudiciele procedure
Het Hof van Justitie van de Europese Unie beantwoordt prejudiciële vragen van nationale rechters over de werking van het gemeenschapsrecht (dus over het EU- recht, geen EVRM). Er kan om uitleg gevraagd worden over een verdrag en de geldigheid en de uitlegging van handelingen van de instellingen, de organen of de instanties van de Unie. Het doel van de beantwoording van prejudiciële vragen door het hof van justitie is de eenheid van uitlegging en toepassing van het Europese recht te bevorderen.
Toetsingsverbod
op grond van art. 120 Gw mag de rechter een wet in formele zin en verdragen niet toetsen aan de Grondwet. Het toetsingsverbod geldt niet voor lagere regelgeving. De Grondwet mag wel getoetst worden aan verdragen.
Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU)
beantwoordt prejudiciële vragen van nationale rechters. Er kan een uitspraak gedaan wordt over de uitlegging van verdragen en de geldigheid en de uitlegging van handelingen van de instellingen, de organen of de instanties van de Unie.
Monistisch stelsel
het internationale recht werkt direct door in het nationale recht
Dualistisch stelsel
het internationale recht moet eerst getransformeerd worden naar het nationaal recht
Regering
het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers
Kabinet
de minister-president, de ministers en de staatssecretarissen vormen samen het kabinet. De minister-president is de leider van het kabinet. Het kabinet maakt het beleid en is er verantwoordelijk voor.
Raad van State
belangrijkste adviesorgaan van de regering en hoogste bestuursrechter, dwz hoogste rechterlijke orgaan in geschillen tussen burger en overheid en tussen overheden onderling.
Parlement
Volksvertegenwoordiging
Volksvertegenwoordiging
de leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer vertegenwoordigen het volk, zij worden samen de volksvertegenwoordiging genoemd.
Staten-Generaal
de Eerste en Tweede Kamer
Eerste Kamer
bestaat uit 70 leden die indirect gekozen zijn door de Provinciale Staten. De taak van de Eerste Kamer is het opnieuw doornemen van besluiten.
Kroon
regering