Begrippen

Question 1

Carol Dweck

Answer 1

Fixed en grower mindset

Question 2

Lave& Wenger

Answer 2

Situated learning

Question 3

Flynn effect

Answer 3

Jongere generaties halen hogere scores door hogere welvaart, betere voeding etc.

Question 4

Haworth er al.

Answer 4

Erfelijkheid speelt een grotere rol naarmate men ouder wordt.

Question 5

Behavioural control

Answer 5

Grenzen en regels stellen, kind internaliseert regels

Question 6

Psychological control

Answer 6

Schuld, schaamte gebruiken om regels duidelijk te maken. Zorgt voor een lager gevoel van eigenwaarde.

Question 7

Emotionality

Answer 7

Mate waarin ouder liefde en warmte toont. Kind wil warmte behouden.

Question 8

Kohlberg

Answer 8

Cognitive evelopmental theory

1) gender identiteit: ik ben jongen of meisje (2-3j)
2) gender stabiliteit: dit verandert niet
3) oppervlakkige veranderingen veranderen niet het geslacht (6-7j)

Question 9

Fases vriendschap

Answer 9

1) baten en kosten: 7-9, hulp, dichtbij, gelijk zijn
2) normative stage: 10-13 vrienden accepteren, bewonderen, loyaliteit, zelfde waarde en regels
3) empathic stage: 12-13, oprechtheid en fysiek contact

Question 10

Self-disclosure

Answer 10

Het eerlijk delen van persoonlijke informatie, vaak middel om vriendschap te sluiten voor adolescenten.

Question 11

Jensen

Answer 11

Beweert dat verschillen in IQ komen door genetische factoren

Question 12

Premolar stage

Answer 12

Jonger dan 5 jaar, weinig aandacht voor regels

Question 13

Moral realism

Answer 13

6-10 heel vasthoudend aan regels en autoriteitsfiguur. Niet flexibel.

Question 14

Morality of reciprocity

Answer 14

Regels wijzigen als iedereen het goedkeurt. Solidariteit met peers.

Question 15

Kohlberg ontwikkelingschema

Answer 15

Preconventional morality
Conventional morality
Postconvental morality

Question 16

Maslow

Answer 16

Pyramide: behoeften-> zekerheid-> sociale acceptatie-> waardering-> zelf realisatie

Question 17

Moral judgement vanaf 3 jaar

Answer 17

Stelen, slaan, afpakken: dat mag niet

Question 18

Social convention vanaf 3 jaar

Answer 18

Alsjeblieft zeggen, netjes doen

Question 19

Altruïsme en prosociaal gedrag

Answer 19

Vanaf 12 maanden, deels aangeleerd& deels genetisch

Question 20

Agressie

Answer 20

Instrumental: ruzie over bezit
Hostile: gericht tegen individu of groep
Reactieve agressie: agressie na provocatie
Proactieve agressie: vaak doelgericht, geen provocatie
Relationele agressie: uitsluiten, roddelen, kleineren en negeren

Question 21

Depressie klachten kinderen

Answer 21

Makkelijk geïrriteerd, lage eigenwaarde, slaapproblemen, minder eetlust, weinig sociale contacten en somatische klachten.

Question 22

Learned helplessness

Answer 22

Mensen voelen dat ze gebeurtenissen in de wereld niet kunnen controleren

Question 23

Autisme kenmerken

Answer 23

Gebrek aan interesse sociale contacten
Taalproblemen
Rituelen
Obsessive self-stimulatory behavior

Question 24

Asperger

Answer 24

Sociale problemen, voorkeur voor organisatie, geen taal en intelligentie problemen.

Question 25

Savant

Answer 25

Vorm van autisme met ongebruikelijk talent op bepaald gebied

Question 26

Psychopathie kenmerken

Answer 26

Impulsiviteit, emotieloos, narcisme

Question 27

Geheugen strategieën

Answer 27

Herhalen
Organisatie
Uitbereiding

Question 28

Gelman en Gallistel

Answer 28

Een en een principe
Stabiele volgorde principe
Hooftelwoordprincipe
Abstractieprincipe
Volgorde irrelevantieprincipe

Question 29

Two factor theory

Answer 29

Charles Spearman, G en S, grote rol aanleg

Question 30

Primal mental abilities

Answer 30

Louis Thurstone, 7 factoren verschillende scores op vaardigheden

Question 31

Triarchic theory

Answer 31

Robert Sternberg, oefening zorgt voor hoger iq, aanpassing ervaring en informatieverwerking

Question 32

Successful intelligence

Answer 32

Robert Sternberg, analytisch, creativiteit, praktisch, kritiek op testen

Question 33

Multiple intelligences

Answer 33

Howard Gardner, meerdere intelligenties