Begrippen 3.1 Flashcards
1
Q
appeasement
A
(verzoening) toegeven aan eisen om vrede te bewaren.
2
Q
agressief
A
aanvallend (agressie = aanval)
3
Q
asmogendheden
A
Duitsland, Italië, Japan en hun bondgenoten
4
Q
Blitzkrieg
A
(bliksemoorlog) snelle aanval
5
Q
capituleren
A
overgeven (capitulatie = overgave)
6
Q
diplomatie
A
overleg tussen staten
7
Q
invasie
A
vijandelijke inval