begrippen Flashcards
betrouwbaarheid
hoe consistent en stabiel een meting is en reproduceerbaar
interne betrouwbaarheid
hoe goed de vragen binnen een test op elkaar aansluiten (Cronbach’s alpha meet dit)
externe betrouwbaarheid
of een meting over tijd en in verschillende situaties hetzelfde blijft
test-herstelt betrouwbaarheid
geeft een herhaalde test dezelfde resultaten?
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
komen verschillende onderzoekers tot dezelfde conclusie?
meetvaliditeit
meet de test echt wat hij moet meten?
inhoudsvaliditeit
meet de test alle aspecten van het concept
concurrent validiteit
hoe goed komt de meting overeen met een al bestaande betrouwbare test?
constructvaliditeit
meet de test daadwerkelijk het juiste theoretische concept? (meet het wat het moet meten?)
convergente validiteit (samenkomst)
correlatie met andere metingen van hetzelfde concept
discriminante validiteit
geen correlatie met een ander, verschillend concept
criteriumvaliditeit
kan de test een externe maatstaf voorspellen
face validity
lijkt de meting logisch en relevant?
voorspellende validitiet
kan de test een toekomstig resultaat voorspellen
triangulatie
meerdere methoden gebruiken voor betrouwbare resultaten
methodologische triangulatie
zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden gebruiken
data-triangulatie
gebruik van meerdere databronnen
onderzoekerstriangulatie
meerdere onderzoekers analyseren dezelfde data
theoretische triangulatie
meerdere theorieën gebruiken om data te begrijpen
onderzoeksdesign
het plan voor het onderzoek
cross-sectioneel design
data verzamelen op 1 moment in de tijd
longitudinaal design
data verzamelen op meerdere momenten om verandering te meten
casestudie
1 specifieke geval (persoon, groep, organisatie) diepgaand onderzoeken
vergelijkende studie
twee of meer cases vergelijken