begrippen Flashcards

1
Q

zeer behoudsgezind

A

aartsconservatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemeen Belgisch vakverbond

A

ABVV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Algemeen Christelijk Vakverbond

A

ACV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanhechten

A

annexeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anticommunistische internationale, bondgenootschap van extreemrechtse landen tegen het communisme

A

Antikomintern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dictaturen

A

autoritaire regimes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

schiereiland in Zuidoost-Europa, waartoe - afhankelijk van de definitie- het gebied van Kroatië tot en met Griekenland behoort

A

Balkan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

historisch vorstendom, gelegen in het huidige Tsjechië

A

Bohemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

radicale groep van de jonge Russische sociaaldemocratische partij die later “communisten” worden genoemd. De naam komt van het Russische “bolsje” wat “meer” betekent. De belangrijkste leider is Lenin

A

Bolsjevieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

burgerij, middenklasse, welgestelde laag van de bevolking die meestal zijn inkomen haalt uit commerciële of industriële activiteiten

A

bourgeoisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het verbreken van een handelsrelatie me een land

A

boycot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

samenwerking, verbond tussen mensen of groepen. ook tussen politieke partijen. Hier: samenwerken, afspraken maken van arbeiders

A

coalitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

in België betekent dit: alles wat te maken heeft met de verschillende taalgemeenschappen

A

communautair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

land gecontroleerd door een communistische partij. Officieel streeft de partij naar meer gelijkheid. In werkelijkheid krijgt zij alle macht en worden andersdenkenden zwaar vervolgd

A

communistische dictatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vergadering van kerkleiders

A

concilie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

grondwettelijk; betrekking hebbend op duidelijk gemaakte afspraken i.v.m. rechten en het bestuur van het land. Als er geen constitutionele of grondwettelijke basis is kan dat het bestuur en/of de continuïteit van een regime bemoeilijken, zeker bij het wegvallen van de “sterke man” die ht eland daarvoor leidde.

A

constitutioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

steeds erger worden (bv. bij conflicten)

A

escaleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

na het verdwijnen ven hat communistische regime verklaart de ene na de andere deelstaat van Joegoslavië zich onafhankelijk. Oude ruzies tussen de verschillende volkeren laaien weer op. Ze betwisten elkaar een aantal gebieden. In Bosnië bijvoorbeeld geraken Serviërs, Kroaten en Bosnische moslims met elkaar slaags.

A

ex-Joegoslavië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de wil om het eigen grondgebied en/ of de eigen invloedssfeer uit te breiden

A

expansionisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

zonder militaire aanwezigheid

A

gedemilitariseerd

21
Q

wet die bepaalt wie de macht heeft in een staat en vaak ook de rechten en de plichten van de burgers waargeeft

22
Q

een geheel of gedeeltelijk verbod om handel te drijven met een land, bv. als onderdeel van een oorlog

A

handelsembargo

23
Q

jeugdorganisatie van de nazi’s waarbij de leden via sport en spel kennismaken met het ideeëngoed van de partij

A

Hitlerjeugd

24
Q

zeer zware inflatie waarbij de prijzen duizelingwekkend stijgen. De waarde van de munt zakt enorm

A

hyperinflatie

25
een samenhangend geheel van ideeën over mens en samenleving, ideeënleer
ideologie
26
regering
kabinet
27
hoofd van de regering; eerste minister (Duitsland)
kanselier
28
economisch en maatschappelijk stelsel waarbij particulieren in een zo groot mogelijk vrijheid kunnen streven naar een uitbreiding van hun rijkdom. Daarbij moeten zoveel mogelijk zaken (machines, schepen, gronden, mijnen...) in privéhanden zijn.
kapitalisme
29
concurrentiestrijd tussen de westerse landen o.l.v. de VS en de communistische landen o.l.v. Sovjet-Rusland. De koude oorlog verdeelt van 1948 tot 1990 Europa in twee blokken: West en Oost
Koude Oorlog
30
(tijdelijke) toestand zonder effectief overheidsgezag
machtsvacuüm
31
functionaris die voor het gerecht werken
magistraat
32
het leger klaarmaken voor de oorlog en de soldaten oproepen voor het leger
mobiliseren
33
gecontroleerd door, onder voogdij van
onder mandaat geplaatst
34
privé
particulier
35
een bedrijf, een instelling , een vereniging enz. die in het bezit is van de overheid verkopen aan privépersonen
privatiseren
36
het beïnvloeden van mensen om hen te overtuigen van bepaalde (politieke) ideeën, standpunten en/ of personen
propaganda
37
volksraadpleging, de burgers krijgen een vraag voorgelegd over een (politiek) aangelegenheid waarop ze ja of nee moeten antwoorden
referendum
38
bestraffen, onderdrukken
repressier
39
radicale verandering van de bestaand (politieke) situatie
revolutie
40
vazalstaat, staat die in theorie onafhankelijk is, maar in de praktijk afhankelijk van een ander land
satelietstaat
41
een deel van get brutoloon ban een werknemer (ca. 13%) gaat naar de sociale zekerheid (pensioenen, mutualiteit, kinderbijslag, enz.). Veel werknemers betalen nog eens een "solidariteitsbijdrage".
socialezekerheidsbijdragen
42
land
staat
43
gevoel meer waard te zijn dan anderen
superioriteitsgevoel
44
een geslachtsziekte die jaren in het lichaam kan woekeren. De zieke krijgt zweren over het lichaam
syfilis
45
een muziekstuk voor een orkest, uitgevonden in de klassieke periode. Het bestaat meestal uit vier delen
symfonie
46
Unie van de Socialistische Sovjetrepublieken, eenheidspartij van 1922 - 19991 geregeerd door de communistische partij
USSR
47
manier om perspectief te brengen in een schilderij; afmetingen van figuren die in de diepte van het schilderij staat, worden verkort
verkort
48
het recht om iets tegen te houden
vetorecht
49
bang voor vreemde en onbekende zaken
xenofoob