Begrippen Flashcards
1
Q
analgesie
A
afwezigheid pijngevoel
2
Q
neuropraxie
A
axon en zenuwschede intact
3
Q
axonotmesis
A
axon beschadigd, zenuwschede intact
4
Q
neurotmesis
A
axon en zenuwschede beschadigd
5
Q
paresthesie
A
abnormale niet pijnlijke sensatie
6
Q
dysesthesie
A
abnormale pijnlijke sensatie
7
Q
afasie
A
stoornis van taal
8
Q
dysartrie
A
stoornis van spraak
9
Q
afasie van broca
A
motorische afasie
praten met korte zinnen
woordvindingsproblemen
begrijpen van gelezen en gesproken taal ongedeerd
10
Q
afasie van wernicke
A
taal niet begrijpen
rare zinnen maken
lange zinnen
woorden die niet bestaan