Begrippen

Question 1

Antisemitisme

Answer 1

Jodenhaat; paste in de nationaalsocialistische rassenleer

Question 2

Ariërverklaring

Answer 2

Dit document moest worden ondertekend door alle Nederlandse ambtenaren waarmee zij verklaarden niet van Joodse afkomst te zijn

Question 3

Bevrijding

Answer 3

Het einde van de bezetting; in Nederland was dat op 5 mei 1945 toen de Duitse bezetter zich overgaf

Question 4

Bezetting

Answer 4

De verovering van een ander land en het controleren van het bestuur in dat land

Question 5

Capitulatie

Answer 5

Overgave; Nederland besloot zich over te geven op 14 mei 1940 na het bombardement van Rotterdam

Question 6

Collaboratie

Answer 6

Meewerken met de bezetter, zoals het vrijwillig aanmelden bij het Duitse leger of het lid zijn van de NSB en verzetsleden of onderduikers verraden

Question 7

Hongerwinter

Answer 7

De winter van 1944/1945 waarin het zuiden van Nederland al bevrijd is door de geallieerden, terwijl het noorden te maken krijgt met voedseltekorten waardoor - met name in de steden - duizenden mensen stierven van de honger.

Question 8

Nationaal-Socialistische Beweging

Answer 8

Nederlandse politieke beweging onder leiding van Anton Mussert, opgericht in 1931; werkte nauw samen met de Duitse bezetter en waren de enige toegestane politieke partij na de bezetting

Question 9

Vernietigingskampen

Answer 9

kampen waarin de nazi’s ‘untermenschen’ opsloten en vermoorden

Question 10

Verzet

Answer 10

het niet aanvaarden van de bezetting, waarbij actief verzet met aanslagen en hulp aan onderduikers plaatsvindt of passief verzet, waarbij burgers niet meewerken met de bezetter