begrippen Flashcards
armoedegrens
Geeft aan wat je elke nodig dag ten minste nodig hebt: eten, een dak boven je hoofd en kleding. De grens ligt in een rijk land hoger dan in een arm land.
koopkracht
hoeveel je in een land kunt kopen voor een dollar of euro
ontwikkelingslanden
Landen die niet behoren tot de rijke geïndustrialiseerde
landen.
scharreleconomie
informele sector (het niet-officiële deel van de economie)
alfabetiseringsgraad
geeft aan hoeveel procent van de bevolking van vijftien jaar en ouder kan lezen en schrijven
beroepsbevolking
alle mensen die tegen betaling werken, plus de werklozen
bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd)
alles wat is een jaar in een land verdiend wordt gedeeld voor het aantal inwoners
centrum landen
meest ontwikkelde landen
levensverwachting
geeft aan hoe oud mensen bij geboorte naar verwachting gemiddeld zullen worden
minst ontwikkelde landen (MOL)
groep van 48 armste landen uit de periferie
periferie
groep van arme landen die nog sterk agrarisch zijn
productiviteit
de verhouding tussen de opbrengst van een product en de daarvoor gebruikte hoeveelheid arbeid
semiperiferie
landen die zich sterk aan het ontwikkelen zijn
welzijn
de rijkdom van een land gemeten op de basis van levensomstandigheden zoals gezondheid, scholing en voedsel. Ook wel maatschappelijke welvaart genoemd
sociale ongelijkheid
Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen.