Begrippen Flashcards
Distale factoren
kenmerken van de ouders
Proximale factoren
interactie ouder kind
Contextuele factoren
overige relaties binnen gezin, bv. ouderrelatie
Globale factoren
algemene en structurele kenmerk van het gezin
Monocaulasiteit
1 probleem met 1 oorzaak
Multicausaliteit
1 probleem met meerdere oorzaken
Equifinaliteit
1 probleem met meerdere oorzaken
Multifinaliteit
1 oorzaak voor meerdere problemen
Micro systeem
Kind, ouder, gezin (gezin/school)
Meso systeem
Sociale factoren (relaties tussen microsystemen)
exo systeem
Socio-economische, culturele en maatschappelijke factoren. (economie en politiek)
Ernst wordt bepaald door deze kwantitatieve factoren (4)
- frequentie
- duur
- intensiteit
- omvang (setting)
Ernst wordt bepaald door deze kwalitatieve factoren (6)
- lijdensdruk
- lichamelijk functioneren
- psychisch functioneren
- sociaal functioneren
- Klinisch syndroom
- Adaptatie aan de omgeving
Opbouw van intake (8)
- aard, frequentie, duur en ernst van het probleem
- tijdstip (begonnen)
- situatie
- aanleiding hulp zoeken
- factoren van belang
- eerder pogingen verbeteren
- eigen theorieën oorzaken
- verwachtte veranderingen
Ontwikkelingstaken 4 tot 12
- rekening houden met anderen
- onafhankelijkheid
- onderwijs
- vriendschappen
- verantwoordelijkheid
- gebruik basale infrastructuren
- veiligheid en gezondheid
Ontwikkelingstaken 12 tot 21
- Positie t.o.v. ouders
- onderwijs of werk
- vrijde tijd
- creeeren en onderhouden woonsituatie
- autoriteit en instanties
- gezondheid en uiterlijk
- sociale contacten en vriendschappen
- intimiteit en seksualiteit
Vanaf welke leeftijd interne observatieopdrachten?
ca. 8 jaar
Begripsvaliditeit
meet het wat het beoogt te meten
Criteriumvaliditeit
is het een goede voorspeller voor de werkelijkheid
Waarom wil je meerder informanten? (7)
- situatiespecifiek
- buiten het zicht
- niet observeerbaar
- over- en onderrapporteren
- referentiekaders
- leeftijd en reflectievermogen
- psychopathologie informant
ITO
Individueel testonderzoek
Zaken die je kunt observeren (11)
Fysieke verschijning
Contactname
Socialisatie
Emotionele reacties
taakgerichtheid
Situatiebegrip
gok- en vermijdingsgedrag/faalangst
zintuigelijk functioneren
grove en fijne motoriek
spraak en taal
neuropsychologische problemen
Opvoedstijlen (3)
Autoritatief
Autoritair
Permissief
LRQ scores
<0,75 grote achterstand
1,0 - 0,75 geringe achterstand
WISC-V factoranalyse
Verbaal begrip
Verwerkingssnelheid
Perceptuele organisatie
Criteria verstandelijke beperking
Significante beperking in:
Intelligentie: TIQ < of = 70-75
Adaptief gedrag
Voor het 18e levensjaar ontstaan.
Adaptieve vaardigheden
Conceptueel
Sociaal
Praktisch
Assimilatie
de werkelijkheid interpreteren op een manier dat in de bestaande schema’s past
Accomodatie
de schema’s transformeren om aan te sluiten bij de ervaring van de werkelijkheid