begrippen Flashcards

1
Q

Natuurlijke dimensie

A

Het bekijken van geografische onderwerpen met natuurlijke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Economische dimensie

A

Het bekijken van geografische onderwerpen met economische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale-culturele dimensie

A

Het bekijken van geografische onderwerpen met sociale-culturele factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Politieke dimensie

A

Het bekijken van geografische onderwerpen met politieke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kaartselectie

A

Het kiezen van een geschikte kaart voor de benodigde informatie van de kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kaartlezen

A

Het lezen van een kaart om de benodigde informatie te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Atlas

A

Een boek waar verschillende kaarten in opgenomen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zonnestelsel

A

het geheel van de zon, planeten, manen en andere hemellichamen waar de aarde deel van uitmaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aarde

A

Bewoonbare planeet van het zonnestelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aardbaan

A

De baan waarlangs de aarde zich heen beweegt langs de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aardrotatie

A

De tocht van de aarde rond haar eigen as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aardas

A

De as waar de aarde omheen draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Evenaar

A

Denkbeeldige cirkel halverwege de Noordpool en Zuidpool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geografische Coordinaten

A

Waarden die een bepaalde plek op de aarde aanwijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Parallel

A

Een lijn evenwijdig aan de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Merdiaan

A

Een lijn evenwijdig aan de nulmeridiaan, verticaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Oosterlengte

A

Het gebied ten oosten van de nulmeridiaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Westerlengte

A

Het gebied ten westen van de nulmeridiaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noordelijk halfrond

A

Het gebied te noorden van de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Zuidelijk halfrond

A

Het gebied ten zuiden van de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Noordpool

A

Meest noordelijke puntje van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Zuidpool

A

Meest zuidelijke puntje van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Tijdzone

A

Een gebied op de aarde met de zelfde tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Atmosfeer

A

Dun deken lucht rond op de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Klimaat
Gemiddelde toestand van de atmosfeer over 30 jaar.
26
Tropische regenklimaat
Warme klimaten, Tropischregenwoud klimaat en savanneklimaat
27
Droge klimaten
Klimaten met weinig neerslag, Steppeklimaat en Woestijnklimaat
28
Gematigde Klimaten
Neerslag in alle jaargetijden en Middellandse zeeklimaat
29
Poolklimaat
Koude klimaten, Toendraklimaat, Sneeuwklimaat, Hooggebergteklimaat
30
Vegetatie
Waar veel planten groeien
31
Tropische regenwoud
Gebied waarin het altijd warm is en waar veel soorten planten en bomen groeien
32
Savanne
Gebied waarin het altijd warm is met droge periodes
33
Steppe
Gebied tussen de 250 en 500 mm neerslag met jaar
34
Woestijn
Gebied met zeer weinig neerslag
35
Oase
Een plek inde woestijn met toegang tot water
36
Wadi
Een rivier in de woestijn waarvan de rivierbedden een halfjaar droog valt
37
Taiga
Gebied waarin alleen naaldbomen groeien
38
Zomergroen loofwoud
Loofbos waar de bomen en stuiken in de winter hun blad verliezen
39
Mangrove
Bomen en struiken die in tropische gebieden voorkomen
40
Moeras
Drassig gebied
41
Toendra
Boomloos gebied waarin de winters lang zijn
42
Breedteligging
Afstand van de evenaar naar een bepaald punt
43
hoogteligging
de afstand van een punt naar het zee niveau
44
boomgrens
de lijn waarboven het te koud is voor bomen om te groeien
45
sneeuwgrens
de hoogtelijn waar de sneeuwbegin
46
Relief
hoogteverschillen in het landschap
47
windstroom
de overheersende stroming van de wind in een gebied
48
zeestroom
de continue stromingen van het zeewater aangedreven door de energie van de zon en windrichting
49
aanlandige wind
zeewinden
50
aflandige wind
landwinden
51
loefzijde
de kant van een gebergte die aan de windkant ligt
52
lijzijde
de kant van een gebergte die uit de windkant ligt
53
passaat
winden die waaien tussen de 30 noorderbreedte en 30 zuiderbreedte
54
moesson
winden bij de evenaar die elk half jaar van richting veranderen
55
ijstijden
een koude periode op aarde
56
warme tijden
een warme periode op aarde
57
fossiel
versteende planten of resten van dieren
58
broeikaseffect
het vasthouden van warmte van de zon door atmosfeer
59
versterkt broeikaseffect
het versterken van het vasten houden van de warmte in de atmosfeer door de mens
60
broeikasgas
gassen die warmte van de zon opnemen en dit weer uitstralen
61
zeespiegelstijging
het snijden van de zeespiegel als gevolg van de opwarming van de aarde
62
verdroging
het dalen van de grondwaterstand in een gebied door menselijk handelen
63
verwoestinging
het uitbreiden van de woestijn
64
stuwingsregen
regen ontstaan doordat lucht tegen een gebergte omhoog gestuwd wordt
65
stijgingsregen
neerslag ontstaan in het gebied rond de evenaar
66
windkracht
de verplaatsing van lucht over het aardoppervlak
67
storm
windkracht boven de 9
68
tornado
een zeer krachtige wervelwind die ontstaat boven land door botsing van warme vochtige en koude droge lucht
69
orkaan
krachtige wervelwind die bestaat uit een cirkelvormig lagedrukgebied dat ontstaat boven zeewater
70
luchtdruk
het gewicht van de luchtdeeltjes in de atmosfeer
71
hogedrukgebied
gebied waar de luchtdruk hoog is ten opzicht van de omgeving gemeten op zeeniveau
72
lagedrukgebied
gebied waar de luchtdruk laag is ten opzicht van de omgeving
73
front
een scheiding tussen 2 luchtsoorten
74
zandlandschap
landschap ontstaan door afzetting van zand
75
dekzand
door de wind afgezet zand
76
stuwval
door het ijs gestuwde heuvel
77
rivierkleilandschap
landschap ontstaan door overstroming van rivieren
78
rivierbedding
gebied dat een rivier uitgesleten heeft
79
uiterwaarde
gebied tussen de zomerdijk en winterdijk
80
rivierdijk
dijken aan weerszijden van een rivier beeld om overstromingen van het binnendijkse gebied te voorkomen
81
zeekleilandschap
land wat ontstaan door overstromingen van de zee en zeeklei achterliet