Begrippen Flashcards

1
Q

de gallicaanse doctrine

A
  • De leer van de autonomie van de Franse kerk onder de koning.
  • De macht van de paus beperkt zicht tot het strikt spirituele domein.
  • Maar ook daar is hij niet oppermachtig, het kerkelijk recht diende zich te confirmeren aan de lokale gewoonten van de Franse kerk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de dragonnades

A
  • Regeling waarbij cavalerie-eenheden werden ingekwartierd bij hugenoten om hen tot bekering te dwingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Petition of Right

A
  • 1628
  • Oplijsting van constitutionele eisen die de macht van de koning beperkten.
  • Het verbod om belastingen of gedwongen leningen in te voeren zonder het parlement.
  • Het verbod tot vrijheidsberoving zonder proces.
  • Het verbod tot gedwongen inkwartiering van soldaten.
  • Het verbod om dispensatie te verlenenvan vervolging voor wetsovertreders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plantation Acts

A
  • 1649-1650
  • Betroffen de handel tussen Engeland en de Engelse kolonies.
  • Alle handel van en naar Engelse kolonies moest gebeuren via schepen die aan onderdanen van de Engelse kroon behoorden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Navigation Act

A
  • 1651
  • Betrof de handel tussen Engeland en andere Europese landen.
  • Beperkte de vrachtvaart van en naar de Britse eilanden door buitenlandse schepen tot de in- en export naar en vanuit het eigen land.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Additional Aid Act

A
  • 1665
  • Wet die bepaalde dat de Commons jaarlijks een begroting van uitgaven zou goedkeuren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Habeas Corpus Act

A
  • 1679
  • Niemand kon van zijn vrijheid worden beroofd zonder proces voor een reguliere rechtbank.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Declaration of Rights

A
  • 1689
  • Een resem van constitutionele beginselen en maatregelen die de verhoudingen tussen kroon en parlement vastlegden.
  • Bevestigde de belangrijkste bevoegdheden van de parlementen: wetgeving, het instemmen met belastingen en met het oprichten van een staand leger in tijden van vrede.
  • Verzekerde dat de Commons zouden worden samengesteld door vrije verkiezingen en garandeerde de leden vrijheid van meningsuiting.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Act of Toleration

A
  • Vrijheid van godsdienstuitoefening voor dissenters buiten de anglicaanse kerk, maar niet voor katholieken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Act of Settlement

A
  • 1701
  • De Protestantse Successie veilig stellen.
  • Katholieken of personen die met katholieken waren gehuwd mochten nooit koning of koningin worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Act of Union

A
  • 1707
  • Engeland en Schotland werden verenigd tot het koninkrijk Groot-Brittannië.
  • Schots parlement werd opgeheven en Schotland kreeg 45 leden in de Commons op 558.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly