Begrippen Flashcards
1
Q
Islam
A
Onderwerping, gehoorzamen Allah
2
Q
monotheïstisch
A
Geloven in één God
3
Q
Ka’aba
A
Zwart, kubusvormig gebouw in Mekka, heiligdom voor goden
4
Q
Hijrah/hijra
A
Vlucht van Mohammed van Mekka naar Yathrib (Medina)
5
Q
Anno Hegirae
A
In de jaar van de Hijra (in het jaar van de vlucht)
6
Q
Analfabeet
A
Niet kunnen lezen of schrijven
7
Q
Koran
A
Boek over het leven en de woorden van Mohammed
8
Q
Soera
A
Een hoofdstuk van de Koran
9
Q
Aya
A
Een vers in een hoofdstuk van de Koran
10
Q
Sharia
A
Islamitische richtlijnen en wet
11
Q
hidjab
A
Hoofddoek die het hoofd en de nek bedekt, maar het gezicht niet
12
Q
niqab
A
Bedekt alles behalve de ogen
13
Q
boerka
A
Bedekt het hele lichaam
14
Q
Soennitisch
A
iemand die de Soenna (wat Mohammed zei en onderwees) volgt
15
Q
Shia
A
partij (groep) van Ali’ of ‘volgeling/aanhanger van Ali
