begrippen Flashcards
Abulie
Willoosheid, wegvallen van inner drive tot handelen
Achromatopsie
Kleurenblindheid
Afasie
Taalstoornissen
Agrammatisme
Taalgebruik gekenmerkt door verarming en vereenvoudiging van de grammaticale regels: telegramstijl
Agnosie
perceptiestoornis, niet meer herkennen wat men waarneemt
Akinesie
niet meer spontaan bewegen
Amygdala
Kern van neuronen, onderdeel limbisch systeem
mediaal en in temporale lob gelegen
verbanden leggen tussen info van vss zintuigen afkomstig en koppelen aan emoties
rol bij angstreacties bekend
Anomie
niet kunnen benoemen van voorwerpen
Anosognosie
Gebrek aan ziekteinzicht
Apraxie
stoornis in de motoriek
ARAS
Ascenderend Reticulair Activerend Systeem (onderdeel hersenstam)
Basale ganglia
ringvormige structuur onder schors grote hersenen, rondom thalamus
regelkring in samenwerking met kleine hersenen
reguleren motorische activiteit die uitgaat van hersenschors
Caudaal
in richting van staart, naar onderen toe
Circumlocutie
omschrijven van een woord omdat men niet op het woord zelf kan komen
collateralen
aftakkingen van zenuwbanen naar andere hersengebieden
conductieafasie
afasie als gevolg van een letsel in de fasciculus arcuatus
corpus callosum
hersenbalk
bundel vesels die beide hersenhelften met elkaar verbindt
CVA
cerebrovasculair accident
probleem in de doorbloeding van de hersenen
Decorumverlies
symptoom bij bepaalde ziektebeelden
gedrag dat niet aangepast is aan sociale verwachtingen
disconnectiesyndroom
syndroom dat ontstaat doordat connectie tussen twee op zich nog intacte hersengebieden aangetast is
disinhibitie
ontremming
dysartrie
spraakstoornis waarbij men problemen heeft met articulatie
dysfonie
heesheid
fasciculus arcuatus
bundel zenuwvesels die deel van temporale lob verbindt met deel frontale lob
fylogenese
ontstaansgeschiedenis van onze soort
ipsilateraal
aan dezelfde kant
jargon
taalgebruik doorspekt met parafasieën en neologismen –> wordt onbegrijpbaar
kinesthesie
bewegingswaarneming, hoe we spierbewegingen instellen en uitvoeren
parafasie
vervanging van een woord door klankverandering of betekenisverwant woord
paragrammatisme
taalgebruik waarbij grammaticale structuur van de zinnen niet klopt, maar vloeiende spraak
parese
gedeeltelijke verlamming, problemen om bewegingen normaal en vlot uit te voeren
peacemeal approach
versnipperde benadering
vb bij natekenen complexe figuur; niet werken vanuit grotere geheel
plus-symptomen
ontremmingsverschijnselen na hersenletsel
pragmatiek
bestuderen van betekenisaspecten in taal die te maken hebben met het gebruik van taal binnen een natuurlijke context
praxis
het handelen, de motoriek
prosodie
met betrekking tot de non-verbale aspecten van taal (klemtoon, intonatie…)
prosopagnosie
vorm van agnosie waarbij men geen gezichtsuitdrukkingen of gezichten meer kan herkennen
saccade
snelle sprong van de oogbewegingen
Somato-agnosie
vorm van agnosie waarbij men bepaalde lichaamsdelen niet meer als eigen lichaamsdelen herkent
somatosensorisch
m.b.t. tastzin en proprioperceptie
tonotopie
punt-op-puntprojectie van een geluidsreceptor in het oor op één specifieke plaats in de primaire auditieve cortexgebieden