Begrippen Flashcards
Aanslibbingskust
Kust waarbij de afzetting van materiaal overheerst
Aardkorst
Dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van 1 tot 7 km onder de oceanen en 20 tot 70 km onder continenten
Afbraakkust
Kust waarbij het wegslaan van materiaal overheerst
Atmosfeer
De lucht om ons heen
Benedenloop
Het laatste stuk van een rivier (dicht bij de zee)
Biologische verwering
Verwering door levende organismen
Biosfeer
Het leven op aarde (planten, dieren, mensen)
Bovenloop
Het eerste stuk van een rivier (dicht bij de bron)
Branding
De breking van golven in het zeewater
Breuk
Barst of scheur in de aardkorst
Chemische verwering
Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert
Debiet
Hoeveelheid water die een rivier afvoert
Delta
Een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen
Eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven
Endogene kracht
Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert
Erosie
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind
Estuarium
Brede riviermonding, uitgeschuurd door eb- en vloedstromen
Exogene kracht
Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert
Firn
Korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw
Firnbekken
Een verzameling van overige sneeuw hoog in de bergen
Gemengde rivier
Rivier die smeltwater van gletsjers en regenwater afvoert
Geofactor
Factor die mede het landschap bepaalt
Glaciaal
Periode waarin de gemiddelde temperatuur op de aarde een paar graden daalde. Heet ook wel ijstijd
Gletsjer
Ijsveld in het hooggebergte dat onmerkbaar langzaam de berg afschuift
Gletsjerpoort
De plek waar het smeltwater uit de gletsjer stroomt
Gletsjerrivier
Rivier die smeltwater van een gletsjer afvoert