Begrippen Flashcards

1
Q

sociale ongelijkheid

A

ongewenste en grote verschillen in inkomen en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

regionale ongelijkheid

A

onrechtvaardige verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

informele sector

A

niet officieel deel van de economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formele sector

A

wel officieel deel van de economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

natuurlijke mogelijkheden van de mix van factoren van bevolkingsspreiding

A

geschikt klimaat, vruchtbare bodem, en beschikbaarheid over water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ligging van de mix van factoren van bevolkingsspreiding

A

Gebieden die gunstig liggen ten opzichte van de economische kerngebieden in de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

koloniale verleden van mix van factoren van bevolkingsspreiding

A

in vrijwel alle ooit gekoloniseerde gebieden concentreert de bevolking zich in de kustgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pushfactoren

A

reden om een land te verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pullfactoren

A

reden om naar een land te verhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

economische migranten

A

het verschil in welvaart en ontwikkelingsmogelijkheden speelt een belangrijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vluchtelingen

A

migranten die wegens onderdrukking of oorlogsgeweld hun land verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ecologische migratie

A

natuur en/of milieurampen spelen een rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cultuur elementen in 3 groepen

A

elementen die te maken hebben met: 1. verstand, zoals taal en godsdienst 2. elementen die te maken hebben met hoe je met elkaar samenleeft zoals wetten, familiebanden en opvoeding 3. zichtbare en materiële kenmerken zoals de manier waarop mensen hun kleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cultuurgebied

A

een gebied waar 1 cultuur voorkomt of waar een aantal culturen sterk op elkaar lijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diffusie

A

verspreiding van een cultuurelement vanuit een kerngebied door migratie, toerisme en handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cultuurvermenging

A

nieuwe cultuurelementen toepassen in een bestaande cultuur

17
Q

centrum

A

rijke landen

18
Q

semi-periferie

A

landen die in de afgelopen 20 jaar een enorme groei hebben doormaakt

19
Q

periferie

A

arme landen

20
Q

interne oorzaken van slechte verdeling van de welvaart

A

de reden ligt in het land zelf

21
Q

natuurlijke oorzaken van slechte verdeling van de welvaart

A

droog, zeer bergachtig, onvruchtbaar

22
Q

menselijke oorzaken van slechte verdeling van de welvaart

A

oorlogen, slecht bestuur

23
Q

externe oorzaken van slechte verdeling van de welvaart

A

de reden is dan door het soort relatie een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen.

24
Q

internationale arbeidsverdeling

A

de specialisatie van werkgelegenheid in de verschillende delen van de wereld

25
Q

natuurlijke bevolkingsgroei

A

wanneer het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer

26
Q

demografische reden van een hoog geboorte cijfer in een land.

A

arme landen kennen een jonge leeftijdsopbouw en hebben dus veel vrouwen in de vruchtbare leeftijd

27
Q

onderwijs reden van hoog geboortecijfer in een land

A

in het algemeen daalt de vruchtbaarheid wanneer de scholingsgraad van vrouwen stijgt. ze trouwen later, weten meer van geboortebeperking, hebben gezondere kinderen, en deze jonge vrouwen hebben betere carrièremogelijkheden. Het krijgen van veel kinderen past niet goed in dat patroon

28
Q

religie reden van hoog geboortecijfer in een land

A

het katholieke geloof wijst abortus en het gebruik van voorbehoedsmiddelen af. in de westerse landen gingen de ontkerkelijking en het gebruik van de pil hand in hand met de daling van de vruchtbaarheid

29
Q

cultuur reden van hoog geboortecijfer in een land

A

in veel culturen geeft een groot gezin aanzien

30
Q

gezondheidssituatie reden van hoog geboortecijfer in een land

A

voornamelijk de hoge kindersterfte. Een hoge kindersterfte stimuleert het geboortecijfer. het gezin wil er zeker van zijn dat een aantal kindeen overleeft om later voor de ouders te kunnen zorgen.

31
Q

armoede reden voor hoge geboortecijfer in een land

A

er is een direct verband tussen stijgende welvaart en dalende vruchtbaarheid. Wanneer de welvaart stijgt, neemt de economische zekerheid toe en daalt de noodzaak om een groot gezin te stichten

32
Q

verstedelijking

A

het proces waarbij het aandeel van de bevolking dat in stedelijke gebieden woont toeneemt

33
Q

verstedelijkingsgraad

A

je drukt de verstedelijking hierin uit

34
Q

oorzaak van groei van steden: trek van het platteland naar de stad

A

In de westerse landen was de trek naar de stad in de 19e eeuw het gevolg van de mechanisering van het platteland en de industrialisatie in de steden. Dat is in ontwikkelingslanden land niet altijd het geval. Het arbeidsoverschot op het platteland ontstaat niet door productieverhoging maar juist door stagnatie

35
Q

oorzaak van groei van steden in de 3e wereld: uitbreiding van de stad

A

steden slokken kleinere plaatsen in de directe omgeving op

36
Q

oorzaak van groei van steden in de 3e wereld: natuurlijke bevolkingsgroei

A

vooral jonge mensen wagen de sprong naar de stad. Daar beginnen ze een gezin waardoor de bevolking snel groeit.