Begrippen 1 Flashcards
1
Q
Behoefte
A
Iets wat je nodig hebt
2
Q
Goederen
A
Tastbare producten
3
Q
Diensten
A
Niet-tastbare producten
4
Q
Consumeren
A
Goederen of diensten kopen
5
Q
Zelfvoorziening
A
Zelf iets maken
6
Q
Budget
A
Het geld waarover je beschikt
7
Q
Sociale beïnvloeding
A
Invloed van vrienden en familie
8
Q
Commerciële
A
Invloed van andere winkeliers en fabrikanten
9
Q
Reclame
A
Trekken je aandacht
10
Q
Consumenten organisatie
A
Steunen de consumenten (consumenten bond)
11
Q
Vergelijkend waren onderzoek
A
Verschillende merken worden vergeleken maar wel het zelfde soort product
12
Q
Deugdelijk product
A
Product dat redelijk meegaat
13
Q
Garantie
A
Altijd kunnen terug brengen voor reparatie
14
Q
Soorten inkomsten
A
Loon,winst en een uitkering
15
Q
Begroting
A
Overzicht verwachte inkomsten en uitgaven