Beeldvorming Villeirs 2021-2022 Flashcards
Indicaties MAMMOGRAFIE?
SCREENING
DIAGNOSTIEK
MAMMOGRAFIE
juiste screeningspopulatie
LEEFTIJD
vlaanderen
tussen 50 en 69 jaar Vlaanderen
Meta-analyses hiervan toonden een mortaliteitsreductie tot 30% bij uitgenodigde vrouwen tussen 50 en 70 jaar. boven 70 jaar als vrouw goed in conditie is
Onder de 40 jaar wordt er dan ook nooit gescreend, tenzij bij vrouwen met sterk verhoogd risico (bvb. BRCA-positiviteit), maar deze
vrouwen worden gescreend met MRI.
Afwijkingen
hoe denser een massa, des te meer kans op kwaadaardigheid.
hoe regelmatiger de vorm, des te meer kans op goedaardigheid.
Wanneer een massa solitair is kan men geen uitspraak doen over goedaardigheid of kwaadaardigheid, maar bij het voorkomen van multipele gelijkaardige massa’s mag men aannemen dat het om goedaardige afwijkingen gaat.
Pathognomonisch goedaardige verkalkingen
Kalkmelkcysten (“teacup”-calcificaties)
“Popcorn”
Pathognomonisch kwaadaardige verkalkingen
zijn per definitie onregelmatig: korte (boon- of kommavormig) of lange langwerpige onregelmatig afgelijnde verkalkingen in ductaal
verband, soms vertakkend
Onbepaalde verkalkingen
zijn twijfelgevallen: ze hebben geen pathognomonische
kenmerken en ze kunnen zowel bij goedaardige als bij kwaadaardige aandoeningen voorkomen. Een veelgemaakte fout is dat men dan een MR van de borsten vraagt ter
opheldering (onder het motto: “op MR zien ze alles”…). Dit is echter onzin (zie verder): een mammografisch microcalcificatie-probleem moet immers mammografisch opgelost worden.
De radioloog moet de evaluatie dan ook optimaliseren door vergrotingsopnamen te maken
(die de verkalkingen in meer detail tonen), al dan niet met spotcompressie (om hinderlijk
overliggend weefsel weg te werken) en zo mogelijk altijd in vergelijking met voorgaande opnamen om evolutie na te gaan (nieuwe verkalkingen of toename van de hoeveelheid verkalkingen in vergelijking met voorgaande mammografieën zijn een ongunstige factor, terwijl stabiliteit in aantal en vorm eerder geruststellend is).
DE ECHOGRAFIE
Kenmerken van goedaardigheid bij borstechografie zijn
Kenmerken van kwaadaardigheid zijn
een regelmatige begrenzing met scherpe contour, horizontale oriëntatie (evenwijdig met de huid), een homogeen echopatroon en eindversterking (een “witte zuil” achter het letsel). Het centrale idee
hierachter is “regelmatigheid”: alles wat regelmatig is (contour, echopatroon, …) is goed.
een onregelmatige begrenzing met onscherpe contour, oriëntatie loodrecht op de huid (dit is een teken van weefselinvasie), heterogeen echopatroon en eindschaduw (een “zwarte zuil” achter het letsel). “Onregelmatigheid” is hier dus het centrale woord.
mri aankleuring
De hoeveelheid aankleuring na intraveneuze toediening van een gadolinium-contrastbolus
wordt bepaald door de intensiteit binnen een “region of interest” (ROI) te meten gedurende meerdere minuten. Tumoren vertonen gemiddeld de meest intense aankleuring, terwijl normaal of goedaardig weefsel veel minder aankleurt. Fibroadenomen zitten daar min of meer tussenin. Een preciezere methode om de aankleuring te typeren is het plotten van de hoeveelheid aankleuring in de tijd (tijd-intensiteitscurven). Een lineaire aankleuring is een kenteken van goedaardigheid, terwijl een “wash-out” curve een kenteken van
kwaadaardigheid is. Plateaucurven zitten daar tussenin en komen bij zowel goedaardige als kwaadaardige letsels voor.
uterusmyoom
welke beeldvormings techniek?
transvaginale echografie => eerstelijnsonderzoek
CT niet goed
MRI=> goed voor complexe gevallen
endometrium-carcinoom
welke beeldvormings techniek?
transvaginale echografie => eerstelijnsonderzoek
CT is suboptimaal
MRI=> voor Differentiaal diagnose
cervixcarcinoom
welke beeldvormings techniek?
Transrectale echografie heeft hierbij weinig of geen waarde, omdat de diepte-uitbreiding in
het cervicale stromale weefsel en naar de parametria toe niet betrouwbaar genoeg
vastgesteld kan worden
MRI biedt daarentegen een veel beter weefselcontrast, waarbij het cervixcarcinoom
aanvankelijk zichtbaar is als een iso- tot hyperintense intracervicale massa binnen de volledig
intacte hypointense cervicale stromale ring. De tumorgrootte kan daarbij op betrouwbare
wijze vastgelegd worden. Van zodra de cervicale stromale ring doorbroken wordt én er
asymmetrische tumoruitpuiling ontstaat naar het parametrium, spreekt men van
parametriale invasie. Het onderscheid tussen een intracervicale ligging en parametriale
invasie is belangrijk, omdat dit het verschil maakt tussen respectievelijk een chirurgische en
niet-chirurgische behandeling. Bij verdere evolutie kan bekkenwandinvasie optreden,
lymfeklieraantasting en metastasering op afstand. Vanaf deze stadia komt CT op de
voorgrond als meest geschikte onderzoek. Het omspant immers een groter scanveld dan
MRI (bvb. van hoofd tot perineum) en is daardoor in staat om afgelegen metastasen (longen,
lever, lymfeklieren, …) aan het licht te brengen.
De ovaria
welke beeldvormings techniek?
Echografie is het eerstelijnsonderzoek bij vermoeden van ovariumcarcinoom. kan hier zowel de transvaginale als de
transabdominale weg gekozen worden.
MRI is het onderzoek bij uitstek wanneer de (differentiaal)diagnose onduidelijk blijft op echografie
Net zoals bij de stadiëring van cervix- en
endometriumcarcinoom, is CT het meest geschikte
onderzoek om meer gevorderde stadia van ovariumcarcinoom te investigeren, zoals ascites, peritoneale implants, peritoneale metastasen en lever- of lymfekliermetastasen.
Het scrotum
welke beeldvormingstechniek?
Echografie (met kleurdoppler registratie)
De Penis
welke beeldvormingstechniek?
Echografie met kleurdoppler registratie
De prostaat
welke beeldvormingstechniek?
Transrectale echografie is een uitstekend onderzoek om BPH op het spoor te komen
Deze metingen kunnen uiteraard
ook op MRI en in mindere mate op CT uitgevoerd worden, maar geen van beiden mogen
beschouwd worden als primaire onderzoeken voor BPH
MRI is de onderzoekstechniek bij uitstek om prostaatkanker te diagnosticeren