Bedrijfseconomie Flashcards
Nettowinst
Kosten - opbrengsten
Cashflow
Netto winst na belasting + afschrijvingen
Restwaarde
Bij de laatste cashflow opgeteld
Boekhoudkundige terugverdientijd
Voordelen BTP:
- Eenvoudig berekenen
- Projecten korte periode gunstig liquiditeit en leiden tot minder risico voor de
onderneming
Nadelen BTP:
- Netto geld-ontvangsten buiten beschouwing gelaten
- Geen rekening gehouden met tijdsvoorkeur
Investering - cashflows -> restant / cashflow * 12 (maanden) = terugverdientijd
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
Voordelen GBR:
- Eenvoudig berekenen
- Geeft informatie over de rentabiliteit van het project
Nadelen GBR:
- Geen rekening gehouden met de tijdvoorkeur
- Rentabiliteitspercentage geeft geen absoluut winstbedrag weer
(Cashflows opgeteld over alle jaren) - (Investering - Restwaarde) = resultaat / 5
(Investering + Restwaarde) /2 -> Resultaten delen door elkaar *100%% = GBR
Economische terugverdientijd
Voordelen ETP:
- Rekening gehouden met tijdsvoorkeur
- Projecten kortere periode gunstig liquiditeit en leiden tot minder risico voor de
onderneming
Nadelen ETP:
- Netto geld-ontvangsten buiten beschouwing gelaten
Cashflow / 1,06 (6% voetstuk) tot de macht van aantal jaren -> Cumuleren en wanneer het boven investering zit is de economische terugverdientijd
Netto Contante Waarde
Voordelen NCW:
- Rekening gehouden met tijdvoorkeur
- Geeft informatie over oplevering waarde investeringsproject
Nadelen NCW:
- Geen rekening hoogte investeringsbedrag
- Geen rekening verschillende looptijden van projecten
Alle cashflows / 1.06 (6% voetstuk) tot de macht T= looptijd. Alle jaren bij elkaar en investering aftrekken
** Niet vergeten restwaarde op te tellen bij laatste jaar
Dividend
vergoeding voor het beschikbaar stellen van het eigen vermogen
Converteerbare obligatielening
een lening die na verloop van tijd, gedurende een onder bepaalde
voorwaarden kan worden omgewisseld in aandelen van het betrokken bedrijf.
Intrinsieke waarde
bezittingen – schuld (Eigen vermogen/ aandelen)
Emitteren
plaatsen/ uitgeven van aandelen
Emissieprijs (EP)
gewenste opbrengst van de emissie/ aantal nieuwe aandelen (M)
M (nieuwe aantal aandelen)
Totaal benodigde eigen vermogen / (emissie prijs * nominale waarde)
N (Oude aandelen)
Geplaatst aandelen kapitaal / nominale waarde aandeel
Beurswaarde na emissie (BWN)
rentabiliteitswaarde van de onderneming na emissie/
aantal uitstaande aandelen na emissie (N+M)
Claimwaarde
(BWN – EP)/ aantal in te leveren claims per aandeel (Ook wel N/M)
Aantal in te leveren claims per aandeel
aantal uitstaande ‘oude’ aandelen (N)/ aantal
nieuwe aandelen (M)
Agioreserve:
(EP – nominale waarde aandelen) * aantal aandelenemissie (M)
Bereken de theoretische waarde van een claim:
(BWN – EP)/ (N/M)
Stel de balans op direct na de emissie
Agioreserve: (EP – Nominaal) * M -> verandering + agioreserve momenteel
2. Verandering kas: uitbreiding Eigen vermogen + kas momenteel
3. (Geplaatst) Aandelenkapitaal: maakt de balans weer in balans door het aandelenkapitaal
goed aan te passen
Voorbeeld =
Bepaal de conversiekoers:
(Waarde obligatie + bijbetaling)/ nominale waarde v/d ontvangen obligaties * 100%
1. Aantal obligaties tegen welke prijs aangeboden? bv. 2 obligaties voor elk €750 2 *
750
2. Bijbetaling: wordt gegeven
3. Nominale waarde van de ontvangen obligaties: aantal aandelen keer de nominale prijs per stuk
Bepaal de conversiewaarde:
(Beurswaarde – bijbetaling)/ aantal obligaties
1. Beurswaarde beurskoers
2. De rest is gegeven
Beurswaarde aandeeel x aantal te krijgen aandelen - bijbetaling
/
Aantal in te wisselen obligaties
altijd op DAT moment (meest recent)
Kasstromen overzicht indirecte methode
EBIT +
1. Afschrijving gebouwen (Af te lezen winst en verlies) +
2. Afschrijving inventaris (Af te lezen winst en verlies) +
3. Afschrijving machines (Af te lezen winst en verlies) +
4. Voorzieningen (nieuw - oud) +/-
Mutaties NKW
1. Afname voorraad (nieuw - oud) Omgekeerd
2. Toename debiteuren (nieuw - oud) Omgekeerd
3. Afname crediteuren (nieuw - oud) Normaal
4. Afname Belasting (Oude post pakken) pak -
Operationele kasstroom
1. Bruto inverstering gebouw (nieuw - oud + afschrijving) = posten als -
2. Bruto investering inventaris (nieuw - oud + afschrijving) = posten als -
3. Bruto investering machines (nieuw - oud + afschrijving) = posten als -
Vrije kasstromen
1. Rekening courant (nieuw - oud) +/-
2. Hypotheek aflossen -
3. Aandelen vermogen (nieuw - oud) +/-
4. Agio reserve (nieuw - oud) +/-
5. Betaalde dividend (neem post oude jaar) = posten als -
6. Interest kosten (af te lezen winst en verlies) = posten als -
Mutatie liquede middelen (narekenen bij inzien verschil kas)
Hefboom - RTV
bedrijfsresultaat/ TV *100% (neem gemiddelde = (Nieuw - oud) /2)