Bedrijfseconomie 1 Flashcards
1
Q
Vaste activa bestaan uit:
A
(Im)materiële en financiële activa
2
Q
Vlottende activa bestaan uit:
A
Voorraden, geldmiddelen en geld in kas
3
Q
resultatenrekening is een..
A
overzicht van opbrengsten en kosten
4
Q
Wat zijn kosten?
A
Waarde veranderingen.
5
Q
Wat zijn opbrengsten?
A
Waarde veranderingen.
6
Q
Wat zijn uitgaven?
A
Betalingen met liquide middelen.
7
Q
Wat zijn ontvangsten?
A
Betalingen met liquide middelen.