Beco begrippen Flashcards
Debet
Debetzijde om bezittingen te boeken
Credit
Je gebruikt de creditzijde om je schulden te boeken
Crediteur
is een leverancier - een persoon, bedrijf of instelling - aan wie u een betaling verschuldigd bent. In uw boekhouding staan crediteuren op de balans bij schulden: de passiva.
Debiteur
Jouw bedrijf krijgt een opdracht. Op dat moment is die klant een debiteur. Iedere klant die jou nog geld verschuldigd is en die dus een factuur bij jou open heeft staan, is een debiteur.
Activa
De productiemiddelen waarin een onderneming heeft geïnvesteerd.
Vaste activa
bewijzen gedurende langere tijd (meer dan een jaar) hum diensten aan de onderneming.
Vlottende activa
ontstaan en gaan teniet binnen een jaar.
Passiva
De schulden en de lasten van een onderneming. Tegenover passiva staat activa waarmee de waarde van alle bezittingen van een onderneming wordt aangeduid. Activa en passiva staan op de boekhoudkundige balans tegenover elkaar en zijn altijd gelijk.
Lineaire afschrijving
Houdt in dat er periodiek steeds hetzelfde bedrag wordt afgeschreven. Iedere periode wordt dus hetzelfde afgeschreven totdat het helemaal afgeschreven is.
Degressieve afschrijving
kan gebruikt worden als het productiemiddel in de eerste jaren meer prestaties levert dan in latere. Degressieve afschrijving zorgt ervoor dat de afschrijvingen in de beginjaren hoger zijn dan de latere jaren. 2 methodes om dit te berekenen:
Sum of the year digits
Bij de afschrijvingsmethode Sum-of-the-years’-digits wordt elk jaar een deel van de af te schrijven waarde van een activum afgeschreven. Dit deel wordt gevormd door een teller die gelijk is aan de resterende levensduur van het activum en een noemer die gelijk is aan de som van de jaren van de levensduur van het activum.
Boekwaarde
De waarde van een vastgoedinvestering zoals die boekhoudkundig bepaald is.
De waarde wordt bepaald door bijvoorbeeld de aanschafwaarde af te schrijven tot een bepaalde restwaarde waardoor de boekwaarde na jaar t gelijk is aan de aanschafwaarde minus de jaarlijkse afschrijving*t.
Resultatenrekening
De resultatenrekening is een overzicht van de kosten en opbrengsten van een bedrijf in een bepaald jaar.
De resultatenrekening is een onderdeel van de jaarrekening. De jaarrekening is een algemeen overzicht van de financiële situatie van een bedrijf. Verder bestaat de jaarrekening uit de balans en een toelichting van het bestuur op zowel de resultatenrekening als de balans.
Opbrengsten
opbrengst (omzet) wordt genomen in de periode waarin de onderneming presentaties ten behoeve van de klanten verricht, ongeacht of deze prestaties ook al tot betaling in de betreffende periode hebben geleid. Opbrengsten zijn in de boekhouding en de jaarrekening alle posten die aan de creditzijde (in plus) van het resultaat geboekt worden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: • Bedrijfsopbrengsten • Financiële opbrengsten • Uitzonderlijke opbrengsten • (Terugontvangen) belastingen
Kosten
gerekend aan een periode (om de winst te kunnen berekenen). Het geld hoeft niet daadwerkelijk te zijn uitgegeven. Voorbeeld: “De rentekosten in de maand november bedragen € 2.000.”
Ontvangsten
is een boekhoudkundig begrip voor een instroom van geld (of andere liquide middelen) vanuit een andere (rechts)persoon. Hier staat doorgaans de levering van een product of dienst, met een voor de koper grotere waarde dan het geld, tegenover.
Uitgaven
is een boekhoudkundig begrip voor een uitstroom van geld (of andere liquide middelen) naar een ander (rechts)persoon. Hier staat doorgaans een instroom van een product met voor de koper een grotere waarde dan het geld tegenover.