Basiswoordenlijst Flashcards
In accordance with
In overeenkomst met
To judge from
Te oordelen naar
In line with
In lijn met
What is … in line with/ to judge from/ in accordance to paragraph 3?
Wat is … volgens alinea 3?
Author
Auteur
To cause
Veroorzaken
To characterise
Typeren
To conclude
Concluderen
Debate
Debat
How does … relate to … ?
Hoe verhoudt zich … tot … ?
To ignore
Negeren
To include
Inhouden
Purpose
Doel
Sentence
Zin
Subject
Onderwerp
To tackle
Aanpakken
It amounts to
Het komt neer op
It concerns
Het gaat over
It claims
Het beweert
It describes
Het beschrijft
It emphasises
Het benadrukt
It focussus on
Het richt zich op
It mentions
Het noemt
It regards
Het beschouwt
It suggests
Het stelt voor
It repeats
Het herhaalt
What is the main message of … ?
Wat is de voornaamste boodschap van … ?
Writer
Schrijver
How can the ton of paragraph x be characterised?
Op welke toon is paragraaf x geschreven ?
Admiring
Bewonderend
Approving
Instemmend
Matter-of-fact
Geeft de feiten
Objective
Objectief
Angry
Boos
Concerned
Bezorgd
Disappointed
Teleurgesteld