Basiskennis Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 De Aarde Flashcards

0
Q

De maan draait om de aarde in … dagen

A

27

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

De zon gaat onder in het:

A

Westen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onder welke drie invloeden staat de zee?

A
  1. Zon
  2. Maan
  3. Kracht die ontstaat door de draaiing van de aarde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoelang duurt een getij?

A

6 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schildvulkanen komen vaak voor in:

A

Oceanische gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar komen aardbevingen en vulkanen vaak voor?

A

In zones waar breuklijnen in de aardkorst zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op de volgende plaatsen komen Schildvulkanen voor:

A

Hawaii

Midden in de grote oceaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De lava van een Schildvulkaan is:

A

Vloeibaar

Vloeit snel

  • > afkoelen en stollen
  • > vorm schildpad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De Schildvulkaan krijg magma uit:

A

Rechtstreeks uit de mantel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bekende kegelvulkanen liggen in:

A

Italië

Voorbeelden: Etna en Vesuvius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De lava uit een kegelvulkaan is:

A

Stroperig en blijft op de vulkaan liggen

  • > hoger en breder
  • > ziet eruit als een kegel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De magma van een kegelvulkaan komt uit:

A

De aardkorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar ontspringen rivieren?

A

Hoger gelegen gebieden

  • > meer zijrivieren
  • > lagere gebieden-> hoofdtak water stroomt naar de zee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar worden meren gevormd?

A
  1. Gebieden waar het hoogteverschil gering is

2. Waar het water makkelijk stil kan blijven staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Er zijn veel meren in:

A

In Italië rondom de Po

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sediment bestaat uit:

A

Grind
Zand
Klei

16
Q

Erosie is:

A

Het uitslijpen van dalen door sediment in het water

17
Q

De 7 continenten zijn:

A
  1. Europa
  2. Azië
  3. Afrika
  4. Noord- Amerika
  5. Zuid- Amerika
  6. Australië
  7. Antartica
18
Q

Wanneer spreken we van een jaar?

A

Als de aarde om de zo’n is gedraaid

19
Q

Waarom is er een schrikkeljaar?

A

Om te voorkomen dat de kalender langzaamaan verschuift.

(1x in de 4 jaar)

20
Q

Een etmaal duurt:

21
Q

De zon komt op in het:

22
Q

Grondwater gebieden NAP

A

Regenwater zakt weg in de grond
Regenwater wordt iets gezuiverd
Waterleidingbedrijven-> pompen het water op-> gezuiverd -> drinkwater

23
Q

Laag Nederland Drinkwater

A

Zout water komt omhoog

Niet drinkbaar

24
Q

Oppervlaktewater wordt op de volgende 2 manieren gezuiverd:

A
  1. Chemisch reinigen

2. Filteren door zand

25
Q

De duinen en delen van hoog Nederland worden gebruikt als:

A

Waterwingebied

26
Q

Wat gebeurt er door de grote waterbehoefte in het westen?

A

-> zoetwaterzak
-> duinen kunnen de vraag naar water niet meer aan-> oppervlaktewater naar de duinen.
Als dit niet kan
-> tekort aan drinkwater
-> de duinen verzilten

27
Q

Waaraan is de klimaatverandering in Nederland merkbaar?

A
  • soms veel regen

- soms veel droogte

28
Q

De atmosfeer is:

A

Luchtlaag om de aarde, die werkt als een soort deken

29
Q

Het versterkt broeikaseffect is:

A

-> verbranding fossiele brandstoffen: aardolie, steenkool en gas-> CO2 in de atmosfeer-> ontbossing tropen minder bomen die CO2 omzetten in zuurstof-> veel CO2 warmte kan niet weg-> aarde warmt op.

30
Q

Verweren is:

A

Het uitelkaar vallen van gesteente

31
Q

Mechanische verwering is:

A

Het gesteente valt uit elkaar in kleinere stukken

-> samenstelling van gesteente verandert niet.

32
Q

Op welke 3 manieren komt mechanische verwering voor?

A
  1. Scheuren/ spleten-> regen-> water in scheuren en spleten-> temperatuur onder het vriespunt-> water zet uit-> steen breekt af.
  2. Verbrokkelen-> overdag warm-> ‘s nachts temperatuur onder het vriespunt-> steen zet uit en krimpt-> steen breekt in stukken.
  3. Plantenwortels tussen spleten-> wortel wordt dikker-> steen breekt
33
Q

Chemische verwering is:

A

Het gesteente verandert van samenstelling
Zuurstof en vocht reageren met het gesteente
Voorbeelden ijzer -> roest

34
Q

Waardoor ontstaan grotten?

A

Door chemische verwering

Regenwater sijpelt door kalksteen, door de wortels is het water zuur geworden-> het zure water lost kalksteen op-> grotten ontstaan.

35
Q

Delta is:

A

Zand en klei vallen in de zee -> ontstaan nieuwe grondlagen-> uiteindelijk ontstaat er land.

36
Q

Zandbaken:

A

Plaatsen voor de kust-> stroming geremd-> zandkorrels vallen naar beneden