B1.3 Chapter 3 - Exprimer Mon Ressenti Flashcards
1
Q
Onacceptabel
A
Inadmissible
2
Q
Abnormaal, onregelmatig
A
Aberrant(e)
3
Q
Dezelfde mening hebben
A
Être du même avis
4
Q
Een krap appartement
A
Un appartement exigu
5
Q
De schrijfster
A
L’écrivaine
6
Q
Ik kwam in de verleiding om
A
Je fus tentée de
7
Q
Verwachtingen
A
Attentes
8
Q
Stoppen
A
Terminer, cesser, quiter
9
Q
De balans opmaken
A
Faire le bilan
10
Q
De samenvatting
A
Le récapitulatif
11
Q
Huwelijksreis
A
Le voyage de noces
12
Q
Beangstigend
A
Effrayant(e)
13
Q
Ik ben het zat!
A
Ça me soûle!
14
Q
Zat zijn (dronken/beu zijn)
A
Saouler
15
Q
Een banale vraag
A
Un question bateau
16
Q
Verpesten
A
Gâcher
17
Q
Toegeven
A
Admetter
18
Q
Er genoeg van hebben
A
En avoir plein le dos
En avoir marre
19
Q
Betrouwbaarheid
A
Fiquée
20
Q
Ophouden
A
Cesser
21
Q
Heel heel boos zijn
A
Être furax
22
Q
Het is een tijdje geleden
A
Ça fait un bail
23
Q
Aan het einde van
A
Au bout de
