B1 Flashcards
Aantreffen
To find
Trof aan
Troffen aan
Heeft aangetroffen
Bakken
To bake
Bakte
Bakten
Heeft gebakken
Beginnen
To begin
Begon
Begonnen
Is begonnen
Begraven
To bury
Begroef
Begroeven
Heeft begraven
Begrijpen
To understand
Begreep
Begrepen
Heeft begrepen
Betreffen
To concern
Betrof
Betroffen
Heeft betroffen
Bewegen
To move
Bewoog
Bewogen
Heeft bewogen
Bidden
To pray
Bad
Baden
Heeft gebeden
Bieden
To offer
Bood
Boden
Heeft geboden
Binden
To tie
Bond
Bonden
Heeft gebonden
Blijken
To appear
Bleek
Bleken
Is gebleken
Blijven
To stay
Bleef
Bleven
Is gebleven
Breken
To break
Brak
Braken
Heeft gebroken
Brengen
To bring
Bracht
Brachten
Heeft gebracht
Denken
To think
Dacht
Dachten
Heeft gedacht
Doen
To do
Deed
Deden
Heeft gedaan
Dragen
To wear
Droeg
Droegen
Heeft gedragen
Drinken
To drink
Dronk
Dronken
Heeft gedronken
Dwingen
To force
Dwong
Dwongen
Heeft gedwongen
Eten
To eat
At
Aten
Heeft gegeten
Gaan
To go
Ging
Gingen
Is gegaan
Gelden
To apply
Gold
Golden
Heeft gegolden
Genieten
To enjoy
Genoot
Genoten
Heeft genoten
Geven
To give
Gaf
Gaven
Heeft gegeven
Hangen
To hang
Hing
Hingen
Heeft gehangen
Hebben
To have
Had
Hadden
Heeft gehad
Helpen
To help
Hielp
Hielpen
Heeft geholpen
Heten
To be called
Heette
Heetten
Heeft geheten
Houden
To hold
Hield
Hielden
Heeft gehouden
Kiezen
To choose
Koos
Kozen
Heeft gekozen
Kijken
To watch
Keek
Keken
Heeft gekeken
Klimmen
To climb
Klom
Klommen
Is/heeft geklommen
Klinken
To sound
Klom
Klonken
Heeft geklonken
Komen
To come
Kwam
Kwamen
Is gekomen
Kopen
To buy
Kocht
Kochten
Heeft gekocht
Krijgen
To get
Kreeg
Kregen
Heeft gekregen
Kruipen
To crawl
Kroop
Kropen
Is/heeft gekropen
Kunnen
To can
Kon
Konden
Heeft gekund
Lachen
To laugh
Lachte
Lachten
Heeft gelachen
Laten
To let
Liet
Lieten
Heeft gelaten
Lezen
To read
Las
Lazen
Heeft gelezen
Liegen
To lie
Loog
Logen
Heeft gelogen