b Flashcards

1
Q

waar ontwikkelt de eicel zich ?

A

in de eierstok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de oögenese

A

de vorming van de eicellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is de vruchtbare periode van een vrouw

A

van puberteit tot menopauze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is meiose ?

A

een tweedelig delingsproces dat of gameten, ook wel geslachtscellen, of sporen produceert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar worden FSH en LH aangemaakt?

A

in de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn FSH en LH

A

hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat veroorzaakt de cyclische veranderingen ?

A

FSH, LH, oestrogeen en progesteron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoelang duurt een cyclus gemiddeld ?

A

28 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uit wat bestaan primaire follikels ?

A

uit een eicel omgeven door een laagje voedende cellen, namelijk follikelcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een secundaire follikel ?

A

een primaire follikel die niet afsterft maar blijft groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarvoor staat FSH

A

follikelstimulerend hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een graafse follikel ?

A

een follikel die rijp is vlak voor de eiersprong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer barst de graafse follikel open ?

A

rond dag 14 van de eierstokcyclus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waardoor ontstaat de eisprong ?

A

als de eicel samen met het follikelvocht samenvloeit via de eitrechter in de eileider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat vormt de corona radiata ?

A

de laagjes follikelcellen die zich rond de rijpe eicel bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat vormt het geel lichaam ?

A

het restant van de follikel dat achterblijft in de eierstok

16
Q

wat is de functie van het geel lichaam ?

A

het produceert oestrogeen en progesteron waardoor de baarmoeder optimaal wordt klaargemaakt om de bevruchte eicel op te vangen.

17
Q

wat als de vrijgekomen eicel niet bevrucht is ?

A

Dan degenereert het geel lichaam op dag 26 en wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken. De eicel wordt afgebroken in de eileider door witte bloedcellen.

18
Q

wat als de eicel wel bevrucht is ?

A

Dan blijft het geel lichaam hormonen produceren tot de placenta voldoende ontwikkeld is om deze productie over te nemen.