B Flashcards

1
Q

Bankcheque

A

een cheque die door de bank uitgeschreven en ondertekend werd, getrokken op haar eigen klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bankkaart (debetkaart)

A

een plastic kaart die het mogelijk maakt om via elektronische weg toegang tot je zichtrekening te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Begunstigde - Cheque (aan toonder)

A

er is geen naam vermeld en wordt uitbetaald aan iedereen die hem aanbiedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Begunstigde - Wisselbrief (Beneficiant)

A

de begunstigde van de wisselbrief. de betrokkene moet aan hem de wissel betalen. de beneficiant is meestal de bank van de trekker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bestelbon - Annuleren

A

Bij vermelding van een annulering kan een schadevergoeding van bijvoorbeeld 40% van de totale factuur verschuldigd worden zonder dat hiervoor naar de rechtbank moet worden gestapt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bestelbon - Hoe (Welke manieren)

A
  • Via een bestelbon(of orderbevestiging) van de verkoper (leverancier)
  • Telefonisch (aangeraden om schriftelijk te bevestigen)
  • Per brief ( voor erg “technische” materies)
  • E-commerce ( bedrijven die bestellingen plaatsen via een website)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bestelbon - Internet (E-commerce)

A

Je doet boodschappen via het internet door gebruik van het boodschappenmandje en als je klaar bent ga je naar de kassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bestelbon - Ontvangen

A

Centraal bij de administratieve organisatie van het verkoopproces staat de orderafhandeling (verwerking van bestellingen).
Elke ontvangen bestelling moet worden beoordeeld op haar uitvoerbaarheid, dit wil zeggen dat de leverbaarheid van den artikelen en de haalbaarheid van de gevraagde levertijd moet worden onderzocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bestelbon - Sturen (Welke manieren)

A
  • Een standaardformulier of bestelbon (ook via internet)
  • Een brief
  • Telefonisch of fax
    soms is de offerte in tweevoud opgemaakt. Als je het dubbel ondertekend terugstuurt naar de leverancier, is dit ook een geldige bestelling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bestelpunt

A

Is de minimumvoorraad die je wil aanhouden. wanneer de fictieve voorraad onder het bestelpunt daalt, moeten we bijbestellen. Het bestelpunt bepaalt dus wanneer je moet bestellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Betalingsvoorwaarden (Wat vermeld je)

A
  • De geldeenheid, de valuta waarin de factuur wordt opgesteld
  • Het tijdstip van de betaling
  • De wijze van betaling
  • De plaats van betaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Betalingsvoorwaarden (Welke manieren)

A
  • Cash (gebeurt bij levering in cash geld)
  • Contant (gebeurt meteen na ontvangst van de factuur via overschrijving ((meestal binnen de 8 dagen))
  • Onder rembours (de betaling gebeurt voor de levering)
  • Op termijn (de betaling gebeurt na een zekere termijn bv. 30 dagen na factuurdatum of bv. 30 dagen einde maand)
  • Op afbetaling (de betaling van de overeengekomen prijs + intrest wordt gespreid over verschillende maanden, het voorschot is wettelijk bepaald).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Betalingsuitstel (Moet je bij verkopen altijd betalingsuitstel verlenen?)

A

Tegenwoordig moet bijna elke ondernemer aan zijn klanten betalingsfaciliteiten verlenen. Uitstel van betaling vraagt een goed beheer van openstaande vorderingen. Anders verlies je het voordeel van omzetgroei en een sterke marktpositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Betrokkene - Wisselbrief

A

De persoon aan wie de betalingsopdracht wordt gegeven. De betrokkene is de schuldenaar/klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

BTW - 6 %

A
  • Levende dieren, vlees & slachtafval, vis, schaal-, schelp- en weekdieren (uitgezonderd kaviaar, langoesten, krabben, zee- en rivierkreeften, oesters en de daarmee bereide voeding)
  • Melk en zuivelproducten, eieren, honing
  • Water, fruitsap en andere frisdranken
  • Groenten, planten, wortels en knollen voor voedingsdoeleinden
  • Plantaardige producten
  • Producten van de meelindustrie, mout, zetmeel
  • Fruit, schillen van citrusvruchten en van meloenen
  • Vetten en oliën (uitzondering: margarine)
  • Andere voedingsmiddelen voor menselijke consumptie
  • Voedsel voor dieren
  • Gewoon natuurlijk water
  • Farmaceutische producten
  • Tijdschriften en boeken
  • Meststoffen
  • Originele kunstwerken, voorwerpen voor verzamelingen, antiquiteiten
  • Auto’s voor personenvervoer voor invaliden, onderdelen, uitrustingsstukken en toebehoren voor deze voertuigen
  • Doodskisten, orthopedische toestellen, prothesen en invalidenwagens
  • Landbouwdiensten
  • Personenvervoer
  • Hotels en campings
  • Werk in onroerende staat met betrekking tot privéwoningen die ouder dan 5 jaar zijn
  • Bloem & sierteelt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

BTW - 12 %

A
  • Onkruidbestrijdingsmiddelen
  • Margarine
  • Banden en binnenbanden voor landbouwvoertuigen
  • Steenkool
  • Sociale huisvesting
  • Betaaltelevisie
  • Restaurant en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken
17
Q

BTW - 21 %

A
  • Aanleg en onderhoud van tuinen
  • Zeep, tandpasta, scheercrème, …
  • Autorijlessen
  • Bieren, wijnen en andere alcoholhoudende dranken
  • Dranken bij maaltijden voor verbruik ter plaatse
  • Personenwagens
  • Alle machines
  • Vrachtwagens
  • Kantoorbenodigdheden
  • Benzine en mazout
  • Vervoer van goederen door derden
  • Sterke dranken
  • Telefoon
  • Elektriciteit
  • Onderhoud en herstellingen
  • Alle bouwmaterialen
  • Bouwen en werken in onroerende staat
  • Computers
  • Radio en televisie
  • Video & stereoapparaten
  • Meubelen
  • Textiel
  • Sanitair
  • Huishoudapparaten
  • Bloemen
  • Onderhoudsproducten
  • Kaviaar
  • Oesters, krabben, langoustines
18
Q

BTW - Belastingplichtige

A

Is iedereen die in de uitoefening van een economische activeit:
- Geregeld en zelfstandig
- Hoofdzakelijk of aanvullend
- Met of zonder winstoogmerk
leveringen van goederen of diensten verricht omschreven in het wetboek van de BTW

19
Q

BTW - Berekening inclusief - exclusief (formule)

A

Bedrag exclusief btw = bedrag inclusief btw x 100 gedeeld door 100 + btw-percentage
Btw bedrag = bedrag inclusief btw x btw percentage gedeeld door 100 + btw-percentage

20
Q

BTW - Principe

A

Een onderneming wil graag winst maken en zal ernaar streven de aangekochte goederen tegen een hogere prijs te verkopen dan de totale aankoopprijs. Het verschil tussen aankoopprijs en verkoopprijs is de toegevoegde waarde (of de winst).

21
Q

BTW - Tarieven

A
  • 6 %
  • 12 %
  • 21 %
    in België is ook nog het tarief van 0 % van toepassing voor dag- en weekbladen van een algemeen informatieve strekking.