Autochtone rugmusculatuur Flashcards
Waardoor wordt de autochtone rugmusculatuur geinnerveerd?
De rami dorsales van de ruggenmerzenuwen
Welke structuren behoren tot het osteofibreus kanaal waar de m. erector spinae in ligt?
De ossale structuren: wervelbogen, processus costales en processus spinosi
De fibreuze structuren: fascio thoracolumbalis (naar dorsaal en lateraal)
Welke indeling kan er gemaakt worden van de musculatuur van de m. erector spinae?
Een laterale oppervlakkige tractus en een mediale diepere tractus. Beide tractussen bestaan uit een ‘recht’ en ‘schuin’ systeem. Bij het rechte systeem horen spieren die in de verticale richting, interspinaal of intertransversaal lopen. Bij het dwarse systeem horen (korte) spieren die transversospinaal lopen.
Wat zijn de 3 onderdelen van de m. iliocostalis en wat zijn haar origo, insertie, functie en innervatie?
De m. iliocostalis bestaat uit de m. iliocositalis lumborum, thoracis en cervicis en behoort tot de intertransversale spieren van de laterale tractus.
Lumborum:
- O: Os sacrum, labium exernum van de cristae iliacae, fascia thoracolumbalis
- I: Proccessus costales L1-L3, onderste 6-9 ribben
- F: Extensie wervelkolom
- In: Rami dorsales C4-L3
Thoracis:
- O: Onderste 6 ribben
- I: Bovenste 6 ribben
- F: Extensie wervelkolom
- In: Rami dorsales C4-L3
Cervicis:
- O: 3e-6e rib
- I: Prcessus transversi C4-C6
- F: Extensie wervelkolom
- In: Rami dorsales C4-L3
Wat zijn de 3 onderdelen van de m. longissimus en wat zijn haar origo, insertie, functie en innervatie?
De m. longissimus bestaat uit de m. longissimus thoracis, cervicis en capitis en behoort tot de intertransversale spieren van de laterale tractus.
Thoracis:
- O: Os sacrum, processus spinosi L1-L5, processus transversi onderste borstwervels
- I: Processus accessorii L1-L5, processus transversi TH1-TH12, ribben processus costales L1-L5, diepe blad fascia thoracolumbalis, reikt tot de 1e of 2e rib
- F: Extensie wervelkolom
- In: Rami dosrales C2-L5
Cervicis:
- O: Processus transversi TH1-TH6
- I: tubercula posteriora processus transversi C2-C5
- F: Extensie wervelkolom
- In: C2-L5
Capitis:
- O: Processus transversi TH3-TH5, processus transversi C5-C7
- I: Processus mastoideus
- F: Extensie wervelkolom
- In: C2-L5
Uit welke onderdelen bestaat de m. splenius en wat is haar origo, insertie, functie en innervatie?
De m. splenius bestaat uit de m. splenius cervicis en capitis en behoort tot de spinotransversale spieren van de laterale tractus.
Cervicis:
- O: Processus spinosi Th3-Th6
- I: Processus transversi C1-C2
- F: Extensie wervelkolom bij dubbelzijdige contractie, homolaterale rotatie CWK bij eenzijdige contractie. Fixatie andere autochtone spieren
- In: C1-C8
Capitis:
- O: Processus spinosi Th1-Th3, Processus spinosi C4-C7
- I: Processus mastoideus
- F: Extensie wervelkolom bij dubbelzijdige contractie, homolaterale rotatie CWK bij eenzijdige contractie, fixatie andere autochtone spieren
- In: C1-C8
Welke structuur fixeert de autochtone musculatuur in de borst- en lendenregio?
De fascia thoracolumbalis
Uit welke delen bestaat de mm. interspinales? Leg daarnaast het verloop van de spieren uit.
De mm. interspinales bestaat uit de mm. interspinales cervicis, thoracis en lumborum en behoren tot het rechte systeem van de mediale baan.
Zoals de namen van de onderdelen aangeven zijn ze aanwezig in de halsregio, de borstregio tussen Th1-Th2, Th2-Th3, Th11-Th12, Th12-L1 en in de lumbale regio.
Ze verbinden de naburige doornuitsteeksels. In de cervicale regio zijn beiderzijds 6, in de borstregio vier en in de lumbale regio 5 mm. interspinales te vinden.
De innervatie betreft de rami dorsales C1-Th3 en Th11-L5
Uit welke onderdelen bestaat de mm. intertransversarii. Vertel daarnaast het verloop, de functie en de innervatie.
De mm. intertransversarii bestaat uit de mm. intertransversarii posteriores cervicis en mediales lumborum en behoren tot het rechte systeem van de mediale tractus.
De posteriores cervicis verbinden de naburige tubercula posteriora van processus transversi C2-C7. Ze worden geinnerveerd door de rami dorsales C1-C6
De mediales lumborum verbinden de processus mamillares respectievelijk accessorii van de naburige lendenwervels. Ze worden geinnerveerd door de rami dorsales L1-L4
Uit welke onderdelen bestaat de m. spinales? Vertel daarnaast het verloop, de functie en de innervatie.
De m. spinalis bestaat uit de m. spinalis thoracis en cervicis en behoort tot het rechte systeem van de mediale tractus. Er bestaat ook een m. spinalis capitis maar deze is bij uitzondering aanwezig.
Thoracis:
- O: Processus spinosi Th10-L3
- I: Processus spinosi Th2-Th8
Cervicis:
- O: Processus spinosi C6-Th2
- I: Processus spinosi C2-C4
De innervatie betreft de rami dorsales van C2-Th10
Geef het beloop aan van de mm. rotatores breves et longi (cervicis), thoracis en lumborum.
Deze spieren behoren tot het schuine systeem van de mediale tractus
Voornamelijk in de borststreek aanwezig.
De origo betreft de processus transversi en lopen naar de basis van de hogere, respectievelijk daarboven gelegen processus spinosi
De innervatie betreft de rami dorsales Th1-Th11
Geef het verloop, functie en de innervatie van de m. multifidus aan.
Deze spier bestaat uit vele kleine spierbundels en loopt van het os sacrum naar C2. Hij is het sterkst ontwikkeld in de lumbale regio. De spier behoort tot het schuine systeem in de mediale tractus.
De origo van de afzonderlijke spierbundels betreft: oppervlakkige peesblad van de m. longissimus, dorsale vlak os sacrum, processus mamillares L1-L5, processus articulares C4-C7.
De spierbundels slaan telkens 2-4 wervels over en hechten vervolgens aan de processus spinosi van de daarboven gelegen wervel.
De innervatie betreft de rami dorsales C3-S4
Geef het verloop, functie en de innervatie van de m. semispinales aan. Vertel daarnaast uit welke onderdelen de spier bestaat.
De m. semispinalis bestaat uit de m. semispinalis thoracis, cervicis en capitis (een van de sterktste nekspieren) en behoort tot het schuine systeem in de mediale tractus.
De afzonderlijke spierbundels lopen over vijf of meer wervels heen.
De origo van de thoracis et cervicis betreffen de processus transversi Th1-Th6 & C4-C7.
De origo van de capitis betreft de processus transversi Th1-Th4/Th7, gewrichtsuitsteeksel C3-C7. Hij hecht aan tussen de linae nuchae superior en de linea nuchae inferior.
De innervatie betreft de rami dorsales Th4-Th6, C3-C6, C1-C5
Welke spieren behoren tot de korte nekspieren?
- M. rectus capitis posterior minor
- M. rectus capitis posterior major
- M. obliquus capitis superior
- M. obliquus capitis inferior
Tevens behoren behalve de m. obliquus capitis inferior deze spieren tot het rechte systeem.
De m. rectus capitis lateralis en de m. rectus capitis anterior behoren niet tot de autochtone rugmusculatuur, waar behoren zij wel tot?
De m. rectus capitis lateralis behoort tot de binnengrdrongen ventrolaterale lichaamdswandmusculatuur.
De m. rectus capitis anterior behoort tot de prevertebrale musculatuur.
