AUD B1 KT2 - akoestiek Flashcards

1
Q

Wat is geluid?

A

Fysisch, bestaat uit zich door een medium (lucht/water) voortplantende drukvariaties. Vertegenwoordigt een energiestroom (vermogen)
Sensorisch, wordt door menselijk en dierlijk oor waargenomen en vertegenwoordigt een energiestroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar wordt vermogen in uitgedrukt?

A

(P van power) Watt (drukvariatie) en dB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar wordt intensiteit in uitgedrukt?

A

(I van intensiteit) W (energie) per m2 , dB IL (intensiteitslevel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke eenheid wordt geluidsdruk uitgedrukt?

A

in speechlevel: Pa (Pascal) of in μPa (micropascal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke verschillende “soorten” dB’s zijn er om naar te refereren?

A

dB SPL > Sound Pressure Level > Referentiedruk 20μPa
dB HL > Hearing level > gemiddelde hoordrempel goedhorende
dB SL > Speech level > referentielevel gehoordrempel individu
dB (A) > een referentie van een elektronisch filter dat overeenkomt met SPL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bereken je dB’s?

A

10Logx
10²= X = a = 10logx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is absortie?

A

Het omzetten van geluidsenergie in warmte. Het geluid verdwijnt dan in het materiaal. De geluidsgolven (geluidsdruk) vervormen het materiaal, wat energie kost. Afhankelijk van het soort materiaal zal de energie gedeeltelijk worden teruggegeven in de vorm van weerkaatst geluid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de amplitude (als we het hebben over geludisdruk?)

A

De maximale uitslag van een geluid. Een sterk geluid heeft een grotere amplitude dan een zwak geluid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly