Assimil Flashcards
schaatsen
faire du patin
bekende
personne connue
kampioen
champion
de stoel
chaise
het schilderij
tableau
waard zijn
valoir
de tuin
jardin
hiervandaan
d’ici
uitkijken op
avoir vue sur
aan’leggen
aménager
zeer
très (formel)
de oprijlaan
allée
zondags
dominical
het uitstapje
sortie (promenade)
de baas
le patron
beroemd
célèbre
de opschepper
vantard
schoon
vraiment, complètement
tijdens
lors de
verzinnen, verzonnen
inventer, inventé
bedenken
concevoir, inventer, imaginer
uitleggen
expliquer
steeds
toujours, sans cesse, à chaque fois
het hoofd
tête, chef
telkens als
à chaque fois que
de straf
punition
het antwoord
réponse
het verdrag
traité
onder’tekenen
signer
ongemakkelijk
incommode, pénible, génant
onbewust
inconscient
eerlijk
juste
rekenen
compter (calculer)
flauw
insipide, fade, sans saveur
het verlies
perte
druk
agité, animé
ontvangen
recevoir
uitmuntend
excellent
voldoende
suffisant/e
slagen
être reçu
wiskunde
math
tevreden
content/e
het bedrijf
entreprise
het cijfer
chiffre, note
bekennen
apercevoir, annoncer
basisonderwijs
enseignement primaire
voortgezet onderwijs
enseignement secondaire
koorts
fièvre
de bui
averse