Asch en Milgram Flashcards

1
Q

Wat is groepsconformiteit?

A

De neiging hebben je aan te passen aan de geldende normen in de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn referentie groepen?

A

Groepen mensen die een grote invloed hebben op de houdingen en (aankoop) gedragingen van een bepaald persoon, omdat deze zich met die groep vergelijkt of erbij wil horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een wij-groep en een zij-groep?

A
  1. In een wij-groep zijn de verschillen onderling veel groter dan bij een zij-groep.
  2. Een wij-groep is positiever ingesteld dan een zij-groep,
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de vijf stadia in de ontwikkeling van groepen volgens Tuckman en Jensen?

A
  1. Forming (vormen)
  2. Storming (vechten)
  3. Norming (normeren)
  4. Performing (presteren)
  5. Adjourning (verdwijnen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt forming in?

A

Leden nemen een afwachtende houding aan. Er is nog geen groepsgevoel en de individuele posities en rollen zijn nog niet ingenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is forming?

A

Het vormen/ ontstaan van een groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is storming?

A

De conflict-fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt storming in?

A

In deze fase proberen de leden hun positie in de groep in te nemen. Dit leidt onvermijdelijk tot een strijd wanneer ideeën van de teamleden met elkaar op gespannen voet staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is norming?

A

De norm of standaarden-fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt norming in?

A

De regels en methodes van samenwerking worden bepaald. De gemeenschappelijke teamdoelen vastgelegd en gedeeld. De belangrijke en minder belangrijke rollen zijn gedefinieerd. Er kan een start worden gemaakt met samenwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is performing?

A

De prestatie-fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt performing in?

A

De groep wordt een team. Teamleden vullen elkaar aan. Er wordt harmonieus gewerkt naar het gemeenschappelijke teamdoel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is adjourning?

A

Uit elkaar gaan/ de afscheidsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt adjourning in?

A

Het doel is behaald en het team valt uiteen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een netwerk?

A

Sociaal interactie systeem die centraal ego(jijzelf) als middelpunt heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen een groep en een netwerk?

A
  • Groep is veel kleiner en kan je inzetten als je hulp nodig hebt (secundaire groep is tutor, primaire groep is vrienden)
  • Netwerk is bv hyves. Mensen die in netwerk zitten hoeven nog geen
    mensen te zijn die in je groep zitten, zowel primaire als secundaire groep.
17
Q

Wat zegt Harlow over socialisatie?

A

Socialisatie is belangrijk voor sociale ontwikkeling.

18
Q

Waar ging het onderzoek van Milgram op in?

A

Gehoorzaamheid