Arresten Flashcards
Windmill
- Geeft de wet regels over het gebruik van privaatrecht om de beleidsdoelen te bereiken?
- Zo ja, dan staat het antwoord in die regels (vgl. art 122 Woningwet)
- Zo nee, dan is beslissend of het gebruik van het privaatrecht door de overheid een onaanvaardbare
doorkruising van het publiekrecht betekent - Wanneer is sprake van onaanvaardbare doorkruising? Beoordelen aan de hand van:
a) inhoud/strekking publiekrechtelijke regeling
b) bescherming belangen burgers in die regeling
c) kan met het publiekrecht een vergelijkbaar resultaat worden behaald?
Doorkruisingsleer: de rechter beoordeelt strenger en gestructureerder - Maar geen absoluut afscheid van de keuzemogelijkheid!
De Pina/Helmond
Toepassing criteria 2b Windmill:
- Bescherming belangen burgers
- Gemeente vordert verwijdering woonwagens ogv privaatrechtelijke regeling. Maar er is een publiekrechtelijke weg ogv Woonwagenwet. De Woonwagenwet kent waarborgen voor de belangen van de burgers. Het privaatrecht waarborgt de belangen niet.
- HR: Er is sprake van een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht
Kunst en Antiekstudio Lelystad
Toepassing criteria 2a Windmill:
- Inhoud en strekking van de publiekrechtelijke regeling
- Gemeente verkoopt grond aan KAS met de voorwaarde dat voor verhuur toestemming nodig is van de gemeente. KAS verhuurt toch zonder privaatrechtelijke toestemming.
- HR: Uit de WRO geen verbod op privaatrechtelijk handelen door de overheid. Dat gemeente soortgelijke voorwaarden verbond aan haar overeenkomsten was algemeen gebruikelijk. Als dit ineens niet meer zou mogen zou dit de rechtszekerheid niet ten goede doen. Wetgever moet ingrijpen, niet rechter.
Kabayel
- Wanneer onrechtmatig wordt gehandeld, is de bevoegdheid van de civiele rechter gegeven. De Staat hoeft geen civielrechtelijk belang ten grondslag te leggen om een beroep te doen op art. 6:162 BW. Zij heeft slechts voldoende belang nodig zoals deze eis tot uiting is gebracht in art. 3:303 BW.
- Dus niet alleen de burger kan uit OD ageren tegen de overheid, omgekeerd kan de overheid dat ook tegen een burger.
Brandweerkosten
Onzuivere tweewegensituatie - afwezigheid van publiekrechtelijke regeling
- Brandweer moet schip blussen, vervolgens probeert de overheid de kosten van het blussen door de brandweer te verhalen bij de eigenaar van het schip
- In het publiekrecht was geen verhalingsmogelijkheid… dus, eigenlijk alleen maar civiele weg open
- Maar je mag de civiele weg hier niet gebruiken, want hier doorkruist het op onaanvaardbare wijze de publieke weg. De wetgever heeft bewust gekozen om geen kostenverhaal te regelen, want vervolgens
gaat niemand de brandweer bellen als er geblust moet worden
Amsterdam/IKON
Een overheidslichaam behoort bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden uit een erfpachtsverhouding de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en derhalve ook het gelijkheidsbeginsel als een van die beginselen — in acht te nemen.
De burgerlijk rechter moet integraal en volledig toetsen of handelen voldoet aan abbb.
Voornoemde rechtspraak is door de wetgever gecodificeerd in art. 3:14 BW, dat bepaalt dat een bevoegdheid die krachtens het burgerlijk recht aan een overheidslichaam toekomt, niet mag worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht. Deze jurisprudentie is ook in het bestuursrecht gecodificeerd. Art. 3:1 lid 2 Awb verklaart de algemene beginselen van behoorlijk bestuur voor zover mogelijk van toepassing op andere handelingen van bestuursorganen dan het nemen van besluiten, waaronder ook uitdrukkelijk privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn bedoeld.
Amsterdam/Geschiere
Levert de weigering van de privaatrechtelijke toestemming van het bijzonder gebruik misbruik van bevoegdheid op (3:13 BW)?
De Hoge Raad stelde dat de gemeente als uitgangspunt diende te nemen dat de vergunninghouder door de verlening van de vergunning gerechtigd was tot het gebruik van de locatie overeenkomstig de vergunning. Daarom leverde een weigering door de gemeente misbruik van bevoegdheid op.
De gemeente mag wel een vergoeding eisen (zie ook Gotte).
Geen sprake van misbruik zou zijn als indien sprake was van zo zwaarwegende belangen die zich verzetten tegen dat gebruik, dat niet kon worden gezegd dat de gemeente wegens onevenredigheid tussen haar belang bij weigering en het belang van de vergunninghouder, niet tot die weigering had kunnen komen.
De Wouwse Tol
BO heeft beoordelingsruimte om te bepalen wat behoort tot het NMR. Marginale toets door bestuursrechter. Toetsing wordt steeds intensiever. Gelet op uniformiteit en voorspelbaar aanvaardbaar om drempel en/of korting te hanteren. Hoogte drempel/korting behoeft motivering.
Heesch/Van de Akker
Formele rechtskracht
- Wanneer tegen een besluit een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan, en die rechtsgang is niet gebruikt, dan moet de burgerlijke rechter van de rechtmatigheid van het besluit uitgaan, zowel wat de inhoud als de wijze van totstandkomen ervan betreft (formele rechtskracht).
- Dit geldt ook indien de burgerlijke rechter ertoe zou nopen aan zijn uitspraak rechtsgeldigheid ten grondslag te leggen van een beschikking waarvan als vaststaand mag worden aangenomen dat zij, als daartegen tijdig beroep zou zijn ingesteld, zou zijn vernietigd
- Ontsnapping formele rechtskracht: burger kan niet worden verweten, omdat hij op verkeerde been is gezet door de overheid
Van Gog/Nederweert
Kan het bestuursorgaan aansprakelijk worden gesteld voor een onrechtmatig besluit?
Als de bestuursrechter oordeelt dat een besluit onrechtmatig is, dan is dat bindend in elke andere procedure die zal volgen. Het nemen van een later door de bestuursrechter vernietigd besluit, op wat voor grond dan ook, levert een OD op, die in beginsel toerekenbaar is aan het BO. Zelfs als het BO geen enkel verwijt treft kan de OD in beginsel worden toegerekend.
Duwbak Linda
- 6:163 BW: De geschonden norm moet strekken tot bescherming van de benadeelde en tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden.
- Relativiteitsvereiste (6:163 BW) geldt ook in het bestuursrecht als voorwaarde voor aansprakelijkheid van de overheid.
- Aan de hand van het doel en de strekking van de geschonden norm moet worden onderzocht tot welke personen en tot welke schade en wijze van ontstaan van schade de daarmee beoogde bescherming zich uitstrekt.
Illegale benzinepomp II
De Afdeling redeneert als volgt. Of er voldaan is aan het relativiteitsvereiste verschilt per geval. Bestemmingsplannen worden met een bepaald doel opgesteld. Zij bieden daarnaast rechtszekerheid aan belanghebbenden. Deze belanghebbenden stemmen hun handelen daar ook op af. In casu dient het bestemmingsplan niet tot het regelen van concurrentieverhoudingen tussen bedrijven, wat in casu centraal staat. Er is dan dus ook niet voldaan aan het relativiteitsvereiste. De geschonden norm strekt niet tot het regelen van concurrentieverhoudingen en de schade die het benzinestation lijdt door de komst van een nieuw benzinestation hoeft dan ook niet door de overheid te worden vergoed.
Biolicious
Het causale verband ontbreekt wanneer in de gegeven omstandigheden niet alleen een rechtmatig besluit had kunnen worden genomen met dezelfde schade tot gevolg, het moet ook aannemelijk zijn dat het bestuursorgaan dit zou hebben gedaan.
Urgenda
Rechtbank
- Art. 2 en 8 EVRM geven alleen rechten aan directe slachtoffers en dat is Urgenda
niet.
- Gevaarzetting.
- Reflexwerking: gaat uit van het beginsel dat de Staat wordt vermoed zijn
volkenrechtelijke verplichtingen na te willen komen. Daarom moet nationaal recht zo worden uitgelegd dat de staat aan zijn internationaalrechtelijke verplichtingen voldoet. Dat kan bij geschreven maar ook ongeschreven nationale rechtsregels. Daarbij is niet relevant of de internationaalrechtelijke verplichtingen een ieder verbindend zijn. Dus via een omweg toch een binding voor de Staat jegens Urgenda gecreëerd.
Hof
- Geen aandacht voor de reflexwerking en de gevaarzetting als zodanig. In plaats
daarvan schending EVRM artikelen 2 en 8 aangenomen. 2 = recht op leven. 8 = recht op familieleven. Uit artikel 2 en 8 EVRM volgt een verplichting voor de Staat om tegen deze reële dreiging bescherming te bieden.
Hoge Raad
- Staat had zichzelf opgehangen aan eerder ambitieuzer reductie traject.
- Geen sprake van een bevel tot wetgeving. De staat heeft de vrije keuze hoe de
reductie behaald kan worden en de vordering schrijft geen wetgeving voor.
Milieudefensie