Arresten Flashcards

1
Q

HR Feitelijke grondslag

A

Voor ambtshalve aanvulling van de rechtsgronden is het noodzakelijk (maar ook voldoende) dat een partij op die manier feitelijke stellingen aan haar vorderingen ten grondslag legt dat duidelijk genoeg blijkt dat die stellingen in samenhang of in verband ten grondslag worden gelegd aan de vordering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HR Apparaatsfout

A

Appeltermijnen zijn een zaak van openbare orde en dus moeten ze ambtshalve worden bewaakt. In beginsel moet dan ook strikt aan rechtsmiddeltermijnen worden gehouden, maar onder bijzondere omstandigheden is plaats voor een uitzondering. Er is sprake van zo’n uitzondering als degene die beroep instelt, ten gevolge van een door (de griffie van) de rechtbank of het hof begane fout of verzuim, niet tijdig wist en redelijkerwijs ook niet kon weten dat de rechter uitspraak heeft gedaan en de uitspraak hem als gevolg van een niet aan hem toe te rekenen fout of verzuim pas na afloop van de termijn voor het instellen van hoger beroep of cassatie is toegezonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HR Verstek en nietigheid

A

Er moet in het kader van art. 122 lid 1 Rv een belangenafweging worden gemaakt, waarbij het belang van een gerechtelijke procedure groter is dan het belang van enkel tijdsverloop, zelfs als de nietigheid van een exploot een termijnoverschrijding zou hebben betekend, waardoor een gerechtelijke procedure zou zijn uitgebleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HR St. IPO Rijnmond

A

Een mondelinge behandeling moet zoveel mogelijk geschieden in het bijzijn van de rechter(s) die later in de zaak zullen beslissen. Als partijen hun stellingen nader toelichten, moeten alle rechters sowieso aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HR Van Rens & Philipsen/Van Waalwijk van Doorn

A

Het feit dat een stuk binnen de termijnen van het Landelijk procesreglement is ingediend, betekent niet dat bijzondere omstandigheden zich niet tegen betrekking van het stuk in de zaak kunnen verzetten. Als de stukken te omvangrijk zijn dat binnen de termijn voor de zitting geen adequate verdediging meer kan worden opgebouwd, kunnen maatregelen worden getroffen zodat de gedaagde zich toch adequaat kan verdedigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HR Lundiform/Mexx

A

Als een partij een bewijsaanbod doet om aan te tonen dat een andere interpretatie dient te gelden dan die op basis van de tekst aannemelijk wordt, moet op dat bewijsaanbod worden ingegaan als dit voldoende is gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HR Bruscom

A

Als je als partij geen gebruik maakt van het recht op contra-enquête in een situatie waarin jouw stelling voorhands bewezen werd geacht en de andere partij naar aanleiding daarvan een enquête heeft uitgevoerd, hoeft de rechter ook niet meer in te gaan op je bewijsaanbod omtrent dat feitencomplex. Dat geldt echter slechts voor dat feitencomplex bij dezelfde rechter; in hoger beroep en ten opzichte van andere feitencomplexen of als er nieuw bewijs bewijsmateriaal of nieuwe feiten opduiken, moet je de mogelijkheid hebben om dat wel te doen.

Verder moet je In beginsel worden toegelaten tot het leveren van getuigenbewijs als je voldoende specifiek bewijs aanbiedt van feiten die tot de beslissing van de zaak kunnen leiden (het bewijsaanbod moet dus wel voldoende specifiek zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HR Multinvestments

A

Degene die zegt gevolmachtigd te zijn, heeft een stelplicht en draagt de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een toereikende volmacht (en staat ook in voor het bestaan van het bedrijf erachter), omdat de eisen van redelijkheid en billijkheid en het feit dat de wederpartij anders met het bewijzen van een negatief feit wordt belast ervoor dat de bewijslast dan moet worden omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

HR Kroymans/Verploegen

A

Doordat een partij meer heeft gesteld dan nodig is voor het inroepen van het gewenste rechtsgevolg, komt de bewijslast ten aanzien van het meerdere niet bij die procespartij te liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HR Smeets/Gemeente Heerlen

A

OMKERINGSREGEL:
De beschermingsomvang van verkeers- en veiligheidsnormen moet ruim worden uitgelegd. Indien een openbare weg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, zodat de wegbeheerder op de voet van art. 6:174 aansprakelijk is tegenover degene die daardoor schade heeft geleden, zal hij die stelt als gevolg van een ongeval op die weg schade te hebben geleden en ten aanzien van het causaal verband tussen dat ongeval en de gevaarlijke toestand van de weg een beroep doet op de omkeringsregel, omtrent de toedracht van het ongeval feiten dienen te stellen en zonodig aannemelijk te maken waaruit volgt dat een bepaald, uit die toestand voortvloeiend gevaar zich heeft verwezenlijkt, zonder dat nodig is dat hij ook de precieze toedracht van het ongeval aannemelijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

HR Effectenlease vernietiging

A

Het hof wees in hoger beroep een bewijsaanbod af, omdat dit ‘weinig geloofwaardig’ was. Dit mag echter niet, want dit is in strijd met het prognoseverbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

HR Googelende rechter

A

De rechter heeft op internet dingetjes opgezocht over een bepaald administratiesysteem en gebruikt in een vonnis, zonder dat de partijen nog de gelegenheid kregen om daarop te reageren. Dat mocht niet volgens de Hoge Raad in het kader van de hoor- en wederhoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HR B/Interpolis

A

B. had gelogen over zijn medische verleden; Interpolis wilde een rechtsgevolg en moest dit dus stellen en bewijzen. Daarom vroeg het de huisarts van B. of B. had gelogen. Maar: de huisarts beriep zich op het verschoningsrecht. Daardoor werd het voor Interpolis onmogelijk om te bewijzen dat B. had gelogen. Volgens de Hoge Raad was het dan ook niet redelijk en billijk dat Interpolis moest bewijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HR Willemsen beheer/NOM

A

In het belang van de concentratie van het debat en van een spoedige afdoening van het geschil, mag van een appellant worden verlangd dat hij in zijn memorie van grieven al zijn bezwaren tegen de bestreden uitspraken en nieuwe feiten naar voren brengt. Een eiser kan daarom alleen van eis veranderen in memorie van grieven of antwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

HR Kojen/ABB

A

Van een onvoorwaardelijke eindbeslissing in de overwegingen van een tussenuitspraak (als het niet in het dictum is opgenomen dus!) kun je alleen afwijken als deze berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag en de partijen de gelegenheid hebben gekregen om zich dienaangaande uit te laten.
Een bindende eindbeslissing berust onder meer op een onjuiste feitelijke grondslag als de rechter inziet dat de uitspraak zou leiden tot een einduitspraak waarvan de rechter overtuigd is dat die ondeuglijk zou zijn.
De rechter moet ook motiveren waarom van zo’n bindende eindbeslissing is teruggekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

HR Motiveringsplicht

A

Voor de rechter geldt een beperkte motiveringsplicht t.a.v. zijn beslissing om de bevindingen van deskundigen al dan niet te volgen. Wel dient hij alle terzake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking te nemen en op basis van die aangevoerde stellingen in volle omvang te toetsen of aanleiding bestaat van de in het rapport van de deskundige geformuleerde conclusies af te wijken. Indien de rechter — in een geval waarin de opinie van andere, door een der partijen geraadpleegde, deskundigen op gespannen voet staat met die van de door de rechter benoemde deskundige — de zienswijze van de door hem aangewezen deskundige volgt, zal hij zijn beslissing in het algemeen niet verder behoeven te motiveren dan door aan te geven dat de door deze deskundige gebezigde motivering hem overtuigend voorkomt. Wel zal de rechter op specifieke bezwaren van partijen tegen de zienswijze van de door hem aangewezen deskundige moeten ingaan, als deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van deze zienswijze. Volgt de rechter echter de zienswijze van de door hem benoemde deskundige niet, dan gelden in beginsel de gewone motiveringseisen en dient hij zijn oordeel dan ook van een zodanige motivering te voorzien dat deze voldoende inzicht geeft in de daaraan ten grondslag liggende gedachtegang om deze zowel voor partijen als voor derden, daaronder begrepen de hogere rechter, controleerbaar en aanvaardbaar te maken.

17
Q

HR Aruba/Boeije

A

Als een uitvoerbaar verklaard vonnis tot opheffing van een beslag in hoger beroep wordt vernietigd, herleeft het beslag weer. De periode waarin het beslag echter was opgeheven, blijft bestaan. Daar verandert achteraf niets meer aan. Als het goed in de tussentijd dus wordt bevreemd, kan dat de beslaglegger worden tegengeworpen.

18
Q

HR Postgiro

A

Het beslag onder derden kan alleen gelden en goederen betreffen die aan de schuldenaar toebehoorden en zich onder handen van derden bevonden op het ogenblik van het beslag. Dat betekent dat geld dat bij derdenbeslag van een rekening na het beslag op de rekening wordt gestort, niet onder het beslag valt.
Het gaat dus ongeveer om het moment dat de bank de administratie heeft verwerkt.

19
Q

HR Forward/Huber

A

Een vonnis tot opheffing van een beslag leent zich niet voor tenuitvoerlegging, hoewel het volgende de Hoge Raad wel uitvoerbaar bij voorraad kan worden verklaard met als gevolg dat de werking van het vonnis direct ingaat, en niet pas - zoals bij constitutieve vonnissen de regel is - op het moment waarop het vonnis in kracht van gewijsde gaat.

Als een uitvoerbaar verklaard vonnis tot opheffing van een beslag in hoger beroep wordt vernietigd, herleeft het beslag weer. De periode waarin het beslag echter was opgeheven, blijft bestaan. Daar verandert achteraf niets meer aan. Als het goed in de tussentijd dus wordt bevreemd, kan dat de beslaglegger worden tegengeworpen.

20
Q

HR De Ontvanger/De Jonge q.q.

A

Tijdens beslag ben je gewoon beschikkingsbevoegd! Je mag blijven leveren, maar het beslag blijft wel geldig.

21
Q

HR Machiavelli

A

In het kader van de vordering tot opheffing (art. 705) Rv moet altijd een belangenafweging tussen de beslagene en de beslaglegger worden gemaakt.

22
Q

HvJEU Kalimijnen

A

Bij een onrechtmatige daad is de plaats waar deze zich heeft voorgedaan de plaats met absolute rechtsmacht (de plaats van het schadebrengende feit). Maar gaat het hier om de plaats waar het doen/nalaten zich heeft voorgedaan of de plaats waar de schade zich heeft voorgedaan? Dit wordt het onderscheid tussen Handlungsort en Erfolgsort genoemd.
Maar naar welke moet je nu kijken?

In principe kunnen beide plaatsen worden aangemerkt als plaats van het schadebrengende feit.

23
Q

HR Staat/NVV

A

Als de president in kort geding moet beslissen op een vordering tot het geven van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter reeds een vonnis in de hoofdzaak heeft gewezen, dient de president in beginsel zijn vonnis af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ongeacht of dit oordeel is gegeven in een tussenvonnis of in een eindvonnis, in de overwegingen of in het dictum van het vonnis, en ongeacht of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Onder omstandigheden kan er plaats zijn voor het aanvaarden van een uitzondering op dit beginsel, hetgeen het geval zal kunnen zijn indien het vonnis van de bodemrechter klaarblijkelijk op een misslag berust en de zaak dermate spoedeisend is dat de beslissing op een tegen dat vonnis aangewend rechtsmiddel niet kan worden afgewacht.

Dus: ga je in kort geding in hoger beroep, terwijl de rechter in de bodemprocedure al uitspraak heeft gedaan? Dan moet het hof in kort geding in beginsel uitgaan van het vonnis van de gewone rechter in de bodemprocedure!

24
Q

HR Herstelmogelijkheden cassatiedagvaarding

A

De cassatiedagvaarding in deze hoger beroepszaak was uitgebracht uit naam vennootschap die door fusie was opgehouden te bestaan. Kan dit worden hersteld?

Volgens de Hoge Raad kan er in beginsel worden hersteld, tenzij de wederpartij daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad (art. 122 lid 1 Rv).

Als de wederpartij niet komt opdagen, beveelt de rechter dat zij wordt opgeroepen om zich over het verzoek tot wijziging uit te laten.

25
Q

HR Strandhotel

A

Eerste mogelijkheid: Rechtsmiddel staat nog open
a. omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, of diens belang bij zekerheidstelling, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen, bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan of bij deze uitvoerbaarheid zonder dat daaraan de voorwaarde van zekerheidstelling wordt verbonden. [belangenafweging]
b. Bij de toepassing van de onder a genoemde maatstaf in een incident of in kort geding moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en van de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen, en blijft de kans van slagen van het tegen die beslissing aangewende of nog aan te wenden rechtsmiddel buiten beschouwing, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeelsvorming kan betrekken of de ten uitvoer te leggen beslissing(en) berust(en) op een kennelijke misslag.
c. Indien de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad in de ten uitvoer te leggen uitspraak is gemotiveerd, moet de eiser of verzoeker, afgezien van het geval dat deze beslissing berust op een kennelijke misslag, aan zijn vordering of verzoek feiten en omstandigheden ten grondslag leggen die bij het nemen van deze beslissing niet in aanmerking konden worden genomen doordat zij zich eerst na de betrokken uitspraak hebben voorgedaan en die kunnen rechtvaardigen dat van die eerdere beslissing wordt afgeweken.