Architectuur Flashcards
Wapenschilden van families die door een huwelijk met elkaar verbonden zijn. Opdrachtgevers lieten soms hus alliantiewapen in de voorgevel aanbrengen.
Alliantiewapen
Staaf van smeedijzer bevestigd in de gevel om te voorkomen dat muren, balken en stijlen zullen uitwijken
(Muur)anker (fr: Ancre/ en: Anchor plate/ de: Anker)
Opgericht begin 1970; het doel van de stichding beheren en administreren van aan de stichting in juridisch eigendom toebehorende huizen. De stichting is gehuisvest in één van haar eigen huizen (Herengracht 43)
Stichting Aristoteles
Versierde verhoging, aangebracht op een kroonlijst, vaak om het puntdak aan het zicht te onttrekken. Die werd vooral toegepast in de 18e eeuw.
Attiek
De uiteinden van de balken die in de bouwmuren liggen. Soms zijn die wel eens te zien.
Balkkoppen
Spijl van een trapleuning, of hekwerk.
Balusters
Verdieping boven het souterrain, te bereiken via de stoep; ligt niet op straatniveau.
Bel-etage
Zandstenen ornamenten, hoofdzakelijke gebruikt bij de versiering van klokgevels, deze zitten aan de zijkanten van de top
Aanzetstukken
Één van de bekendste Nederlanders architecten uit deze eeuw; heeft bepaalde gedeeltes in Amsterdam-Zuid ontworpen. Zijn belangrijkste ontwerp is De Beurs op het Damrak uit 1903.
Berlage (1858-1934)
Een laag mortel aanbrengen op een bakstenen voorgevel of achtergevel; werd vooral in de 19e eeuw toegepast. Bij restauraties worden die er vaak afgehaald.
Bepleistern (fr: endui/ esp: yeso/ en: plaster/ d: Putz)
Raam aangebracht boven de buitendeur om de gang te verlichten. Vaak werden die fraai versierd.
Bovenlicht (fr: Vasistas/ eng: Transom/ d: Kämpferfenster, Oberlicht)
Lijst rond de ingangspartij, meestal versierd. Vaak in de 18e eeuw toegepast.
Deuromlijsting
Verdriinging van de woonfunktie, veroorzaakt door aanleg van grote wegen, metro, kantoorgebouwen etc.
City-vorming
Zandstenen versierde oomlijsting, vaak toegepast rond een hijsbalk, een ovaal raampje of een jaartalsteen.
Cartouche
Bepaalde vorm van restaureren, waarbij men uitgaat van de bestaande situatie.
Consolideren
Versierde ondersteuningen, vooral aangebracht op o.a. kroonlijsten.
Consoles (fr: Corbeau/ en: Corbel, Console/ d: Konsole/ esp: Ménsula)
Houten balk boven de deur, die de deur scheidt van het bovenlicht, soms versierd.
Deurkalf
Opgericht in 1960. De stichting koopt vaak bouwvallige huizen aan in buurten die niet zo in trek zijn bij particulieren. Na restauratie worden deze huizen verhuurd aan kunstenaar. Hun bezit bedraagt thans 87 huizen.
Diogenes Stichting
Dak waarvan de nok parallel loopt aan de voorgevel. De meeste Amsterdamse huizen hebben zo een puntdak.
Dwarsdak
Uitspringend raam aangebracht in de kap van het huis, soms boven de rechte lijst. Vooral in de 19e eeuw toegepast.
Dakkapel (d: Dachgaube/ en: dormer/ fr: lucarne)
Naam van een periode in de kunstgeschiedenis. Deze periode duurde van c. 1830. Er is in die tijd weinig gebouwd, wel zijn er een aantalhuizen verbouwd (vooral ingangsparijen) Veel motieven zijn van Egyptische oorsprong, o. a. sfinxen, rozetten, etc.
Empire of Empirestijl
Uitbouw op de voorgevel, meestal van hout.
Erker (d: Erker/ fr: oriel/ en: bay window)
Deze bakstenen gevel herkent men aan de twee hoeken van 90 graden aan de top, die opgevuld zijn met zandstenen klauwstukken. De eerste dateert uit 1636. De meeste zijn tussen 1700 en 1750 gebouwd. De laatste werd rond 1780 gebouwd. Die zijn meestal twee- of drieraamsbreed.
Halsgevel
Op twee stukken grond gebouwd, meestal vijfraamsbreed. Normaliter zouden hier twee huizen staan.
Dubbel huis
Flesvormige baluster
Flesbaluster
Versiering aan de voorgevel in de vorm van een slinger, meestal met bloemen- of fruitmotieven. Vooral in de 17e eeuw toegepast.
Festoen (d: Feston, en: festoon/ es: festón)
Deur, raam of gevelbekroning, vaak in de vorm van een driehoek, soms segmentvormig. Vooral in de 17e eeuw toegepast.
Fronton (en: pediment/ fr: fronton/ es: frontón)
Stenen opstap voor een huis waarvan de treden parallel lopen aan de gevel.
Frontale stoep
Gebeeldhouwde zandstenen plaat, aangebracht op de voorgevel. Vooral in de 17e eeuw gebruikt als ‘huisnummer’.
Gevelsteen
Vensters die aan de bovenkant ietwat gebogen zijn.
Getoogde vensters
Stuk natuursteen om de treden van de stoep aan het oog te onttrekken.
Harpstuk
Bouwmeester die vooral bekend is geworden door zijn kerken (Zuiderkerk en Westerkerk). Tevens heeft hij woonhuizen gebouwd.
Hendrick de Keyser (1565-1621)
Opgericht in 1918 en genoemd naar een bekend 17e-eeus bouwmeester. Oudste restaurerende instantie in Nederland. Koopt vooral huizen, die zowel inwending als uitwendig kunsthistorische waarde hebben. Het huizenbezit, rond 200, waarvan 70 in Amsterdam, is dan ook uniek. De huizen ziijn voorzien van een bronzen schildje met haar naam erop. De vereniging is gevestigd in één van haar eigen huizen: Herengracht 284.
Vereniging Hendrik de Keyser
Grijs gekleurde hardekalksteen. De meeste stoepen zijn gemaakt uit deze materiaal. Hoewel bijna alle huizen een bakstenen voorgevel hebben, werden er ook enkele zandstenen voorgevels opgetrokken.
Hardsteen (d: Blaustein/ en: bluestone/ fr: pièrre bleu)
Bouwen in een historische stijll. Met als gevolg dat het bouwwerk veel ouder lijkt dan het in werkelikheid is.
Historiserend bouwen
Liseen op hoeken aangebracht
Hoekliseen
Het onderste gedeelte van de voorgevel van een winkel-woonhuis.
Houten onderpui
Stuk (bouw)grond.
Kavel (en: land lot/ d: Flurstück)
Zandstenen versieringen, aangebracht in de hoeken van 90º aan de top van een halsgevel.
Klauwstuken
Bakstenen voorgevel met (zandstenen) versieringen aan de top. De top heeft de vorm van een klok. Die werden gebouwd van c. 1660 tot c. 1790.
Klokgevel
Rechte gevelbekroning in de vorm van een versierde lijst, meestal van hout maar soms ook van zandstenen.
Kroonlijst (es: cornisa/ fr: corniche/ d: Gesims/ en: cornice)
Kozijnen die in het midden verdeeld worden in 4 delen door een houten kruis. Die werden tot c. 1700 toegepast, meestal voorzien van luiken.
Kruiskozijnen
Ornament aan de top van een gevel. Vooral toegepast bij klokgevels en halsgevels.
Kuif.