Architectuur Flashcards

1
Q

Wapenschilden van families die door een huwelijk met elkaar verbonden zijn. Opdrachtgevers lieten soms hus alliantiewapen in de voorgevel aanbrengen.

A

Alliantiewapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Staaf van smeedijzer bevestigd in de gevel om te voorkomen dat muren, balken en stijlen zullen uitwijken

A

(Muur)anker (fr: Ancre/ en: Anchor plate/ de: Anker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opgericht begin 1970; het doel van de stichding beheren en administreren van aan de stichting in juridisch eigendom toebehorende huizen. De stichting is gehuisvest in één van haar eigen huizen (Herengracht 43)

A

Stichting Aristoteles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Versierde verhoging, aangebracht op een kroonlijst, vaak om het puntdak aan het zicht te onttrekken. Die werd vooral toegepast in de 18e eeuw.

A

Attiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De uiteinden van de balken die in de bouwmuren liggen. Soms zijn die wel eens te zien.

A

Balkkoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Spijl van een trapleuning, of hekwerk.

A

Balusters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verdieping boven het souterrain, te bereiken via de stoep; ligt niet op straatniveau.

A

Bel-etage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zandstenen ornamenten, hoofdzakelijke gebruikt bij de versiering van klokgevels, deze zitten aan de zijkanten van de top

A

Aanzetstukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Één van de bekendste Nederlanders architecten uit deze eeuw; heeft bepaalde gedeeltes in Amsterdam-Zuid ontworpen. Zijn belangrijkste ontwerp is De Beurs op het Damrak uit 1903.

A

Berlage (1858-1934)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een laag mortel aanbrengen op een bakstenen voorgevel of achtergevel; werd vooral in de 19e eeuw toegepast. Bij restauraties worden die er vaak afgehaald.

A

Bepleistern (fr: endui/ esp: yeso/ en: plaster/ d: Putz)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Raam aangebracht boven de buitendeur om de gang te verlichten. Vaak werden die fraai versierd.

A

Bovenlicht (fr: Vasistas/ eng: Transom/ d: Kämpferfenster, Oberlicht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lijst rond de ingangspartij, meestal versierd. Vaak in de 18e eeuw toegepast.

A

Deuromlijsting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verdriinging van de woonfunktie, veroorzaakt door aanleg van grote wegen, metro, kantoorgebouwen etc.

A

City-vorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zandstenen versierde oomlijsting, vaak toegepast rond een hijsbalk, een ovaal raampje of een jaartalsteen.

A

Cartouche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bepaalde vorm van restaureren, waarbij men uitgaat van de bestaande situatie.

A

Consolideren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Versierde ondersteuningen, vooral aangebracht op o.a. kroonlijsten.

A

Consoles (fr: Corbeau/ en: Corbel, Console/ d: Konsole/ esp: Ménsula)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Houten balk boven de deur, die de deur scheidt van het bovenlicht, soms versierd.

A

Deurkalf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Opgericht in 1960. De stichting koopt vaak bouwvallige huizen aan in buurten die niet zo in trek zijn bij particulieren. Na restauratie worden deze huizen verhuurd aan kunstenaar. Hun bezit bedraagt thans 87 huizen.

A

Diogenes Stichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Dak waarvan de nok parallel loopt aan de voorgevel. De meeste Amsterdamse huizen hebben zo een puntdak.

A

Dwarsdak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Uitspringend raam aangebracht in de kap van het huis, soms boven de rechte lijst. Vooral in de 19e eeuw toegepast.

A

Dakkapel (d: Dachgaube/ en: dormer/ fr: lucarne)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Naam van een periode in de kunstgeschiedenis. Deze periode duurde van c. 1830. Er is in die tijd weinig gebouwd, wel zijn er een aantalhuizen verbouwd (vooral ingangsparijen) Veel motieven zijn van Egyptische oorsprong, o. a. sfinxen, rozetten, etc.

A

Empire of Empirestijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Uitbouw op de voorgevel, meestal van hout.

A

Erker (d: Erker/ fr: oriel/ en: bay window)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Deze bakstenen gevel herkent men aan de twee hoeken van 90 graden aan de top, die opgevuld zijn met zandstenen klauwstukken. De eerste dateert uit 1636. De meeste zijn tussen 1700 en 1750 gebouwd. De laatste werd rond 1780 gebouwd. Die zijn meestal twee- of drieraamsbreed.

A

Halsgevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Op twee stukken grond gebouwd, meestal vijfraamsbreed. Normaliter zouden hier twee huizen staan.

A

Dubbel huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Flesvormige baluster

A

Flesbaluster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Versiering aan de voorgevel in de vorm van een slinger, meestal met bloemen- of fruitmotieven. Vooral in de 17e eeuw toegepast.

A

Festoen (d: Feston, en: festoon/ es: festón)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Deur, raam of gevelbekroning, vaak in de vorm van een driehoek, soms segmentvormig. Vooral in de 17e eeuw toegepast.

A

Fronton (en: pediment/ fr: fronton/ es: frontón)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Stenen opstap voor een huis waarvan de treden parallel lopen aan de gevel.

A

Frontale stoep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Gebeeldhouwde zandstenen plaat, aangebracht op de voorgevel. Vooral in de 17e eeuw gebruikt als ‘huisnummer’.

A

Gevelsteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Vensters die aan de bovenkant ietwat gebogen zijn.

A

Getoogde vensters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Stuk natuursteen om de treden van de stoep aan het oog te onttrekken.

A

Harpstuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Bouwmeester die vooral bekend is geworden door zijn kerken (Zuiderkerk en Westerkerk). Tevens heeft hij woonhuizen gebouwd.

A

Hendrick de Keyser (1565-1621)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Opgericht in 1918 en genoemd naar een bekend 17e-eeus bouwmeester. Oudste restaurerende instantie in Nederland. Koopt vooral huizen, die zowel inwending als uitwendig kunsthistorische waarde hebben. Het huizenbezit, rond 200, waarvan 70 in Amsterdam, is dan ook uniek. De huizen ziijn voorzien van een bronzen schildje met haar naam erop. De vereniging is gevestigd in één van haar eigen huizen: Herengracht 284.

A

Vereniging Hendrik de Keyser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Grijs gekleurde hardekalksteen. De meeste stoepen zijn gemaakt uit deze materiaal. Hoewel bijna alle huizen een bakstenen voorgevel hebben, werden er ook enkele zandstenen voorgevels opgetrokken.

A

Hardsteen (d: Blaustein/ en: bluestone/ fr: pièrre bleu)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Bouwen in een historische stijll. Met als gevolg dat het bouwwerk veel ouder lijkt dan het in werkelikheid is.

A

Historiserend bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Liseen op hoeken aangebracht

A

Hoekliseen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Het onderste gedeelte van de voorgevel van een winkel-woonhuis.

A

Houten onderpui

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Stuk (bouw)grond.

A

Kavel (en: land lot/ d: Flurstück)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Zandstenen versieringen, aangebracht in de hoeken van 90º aan de top van een halsgevel.

A

Klauwstuken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Bakstenen voorgevel met (zandstenen) versieringen aan de top. De top heeft de vorm van een klok. Die werden gebouwd van c. 1660 tot c. 1790.

A

Klokgevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Rechte gevelbekroning in de vorm van een versierde lijst, meestal van hout maar soms ook van zandstenen.

A

Kroonlijst (es: cornisa/ fr: corniche/ d: Gesims/ en: cornice)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Kozijnen die in het midden verdeeld worden in 4 delen door een houten kruis. Die werden tot c. 1700 toegepast, meestal voorzien van luiken.

A

Kruiskozijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Ornament aan de top van een gevel. Vooral toegepast bij klokgevels en halsgevels.

A

Kuif.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Deur met twee vlakken waarop een soort kussen zit, meestal aangebracht in het begin van de 19e eeuw.

A

Kussendeur

45
Q

Decoratieve vertikale pijler, uitgemetseld op de gevel.

A

Liseen (fr: lésène/ es: lesena/ d: Lissene/ en: lesene)

46
Q

Stijl genoemd naar Franse koning, die regeerde van 1643 tot 1715. Na 1700 komt de stijl ook in Nederland. De zandstenen versieringen op de gevel hebben vaak zo’n stijlkenmerken. Bladmotieven (o.a. het acanthusblad komen vaak terug. Tot c. 1740 zijn in die stijl versieringen aangebracht op gevels.

A

Lodewijk XIV

47
Q

Stijl genoemd naar Franse koning, die regeerde van 1715 tot 1774. Rond 1740 is deze stijl over komen waaien. De stijl wordt gekenmerkt door asymmetrische, uitbundige, krullerige versieriingen. Deze manier van versieren is vooral gebruik bij klokgevels.

A

Lodewijk XV

48
Q

Stijl genoemd naar Franse koning, die regeerde van 1774 tot 1792. Rond 1770 komt de stijl naar Nederland overwaaien. De stijl wordt gekenmerkt door versieringen met slingers en vazen.

A

Lodewijk XVI

49
Q

Dak met een geknikte vorm. Vooral toegepast aan het eind van de 19e eeuw.

A

Mansarde kap

50
Q

Minstens vijftig jaar oud gebouw van dusdanige kunsthistorische of esthetische waarde, dat bescherming genoodzaakt is. Op de Amsterdamse Monumentenlijst staan bijna 7000 woonhuizen van vóór c. 1850. Dit houdt in de praktijk in, dat afbraak (bijna) onmogelijk is. Rijk, provincie en gemeente subsidiëren de restauratie van deze gobouwen. In 1973 werden 81 gebouwen van eeinde 19e en begin van de 20e eeuw op de Monumentenlijst geplaatst. Deze categorie wordt soms ‘jonge monumenten’ genoemd.

A

Monument

51
Q

Ovale raampjes vaak aangebracht aan de top van een gevel, met versierde zandstenen omlijstingen. Vooral toegepast in de 17e eeuw.

A

Oeils-de-boeuf/ koeie-ogen (d: Ochsenauge)

52
Q

19e-eeuws geveltype dat in de stad weinig voorkomt. De top wordt gevormd door een bolle lijn, gevolgd door een holle lijn.

A

Ojiefgevel (es: fachada conopial?/ fr: accolade?/ en: ogeegable?/ d: Kielgevel?)

53
Q

Onderste gedeelte van een voorgevel, vaak zijn ze van hout.

A

Onderpui

54
Q

Huis gebouwd op een plaats waar nooit een ander huis heeft gestaan. Na het uitgeven van de grond is er een huis gebouwd, dat er nu nog staat.

A

Oorspronkelijke bebouwing

55
Q

Gebouwd voor de opslag van goederen; er werd oorspronkelijk niet in gewoond. De meeste zijn 17e-eeuws en hebben tuitgevels.

A

Pakhuis

56
Q

Bekende bouwmeester. Heeft o.a. Singel 460 en Herengracht 168 ontworpen. Zijn broer Justus was ook bouwmeester.

A

Philip Vingboons (1608-1675)

57
Q

Platte zuil, die op de voorgevel iets vooruitsteekt. Zij kan zowel een decoratieve als een constructieve funktie hebben. Vaak versierd met Dorische, Ionische of Korintische elementen.

A

Pilaster

58
Q

Spitsvormige of bolvormige versiering, meestal van zandsteen, op de top van een gevel.

A

Pinakel (d: Fiale/ es: pináculo/ fr: pinacle/ en: pinnacle)

59
Q

Uitbouw van keuken, aangebouwd aan het eigenlijke (hoek)huis. Vroeger werden er vaak potten in bewaard. Later werd deze ruimte gebruikt door handwerkslieden, die er hun ambacht uitoefenden.

A

Pothuis

60
Q

Zware balk die de houten onderpui scheidt van het metselwerk. Heeft tevens een constructieve funktie.

A

Puibalk

61
Q

Meest toegepaste dakvorm in Amsterdam. Tot c. 1860 werden hoofdzakelijk dit soort daken gebouwd.

A

Puntdak of Tentdak

62
Q

Simpele gevelbekroken in de vorm van een houten lijs, vooral in de 19e eeuw toegepast. In die eeuw werden veel halsgevels en klokgevels ermee gemoderniseerd, soms een versobering van de gevel genoemd.

A

Rechte lijst

63
Q

Vorm van restaureren waarbij uitgegaan wordt van de tijd, waarin het huis gebouwd is. Deze oorspronkelijke situatie wordt hersteld. Latere toevoegingen of verbouwingen worden ‘weggehaald’.

A

Reconstructie

64
Q

Tijdperk in de kunstgeschiedenis waarin de klassieke ideën herleefden. In Amsterdam werden in die periode (c. 1550-c. 1650) hoofdzakelijk trapgevels gebouwd. De stijlkenmerken vindt men dan ook terug op deze gevels. Het accent ligt op de horizontale lijnen en er wordt veel met bogen en versieringen gewerkt.

A

Renaissance

65
Q

Verdeling in de ramen door middel van houten latjes. Rond 1700 is men overgegaan van kruiskozijnen naar schuiframen met roedeverdeling. Hoe kleiner de ruitjes, hoe ouder het huis is.

A

Roedeverdeling

66
Q

Zandstenen versieringen met gerolde motieven. Vooral tussen 1550 en 1610 toegepast.

A

Rolornamenten

67
Q

Juridisch de grens tussen particuliere en openbare grond, in praktijk betekent dit de de lijn waarlangs de gevels lopen

A

Rooilijn

68
Q

De basiseenheid van Amsterdam vormt één stuk grond (kavel). Zodra er meerdere kavels gebruikt worden voor het bouwen van een huis, spreekt men over schaalvergroting.

A

Schaalvergroting

69
Q

Dwars op het huis aangebracht daktype met twee hellende uiteinden. Vooral rond 1800 toegepast.

A

Schilddak (en: hip roof, hipped roof/ d: Walmdach)

70
Q

Ramen waarvan het onderste gedeelte naar boven toe geschoven kan worden. Het bovenste gedeelte kan meestal niet verschoven worden. Rond 1700 werden voor het eerst schuiframen toegepast.

A

Schuiframen

71
Q

Versierd anker

A

Sieranker

72
Q

Ruimte van een huis lager gelegen dan het straatniveau. Vaak bereikbaar via een deur onder de stoep. In verband met het hoge grondwaterpeil van Amsterdam ligt het tamelijk hoog.

A

Souterrain

73
Q

Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel N. V., oopgericht in 1956. Thans de grootste restaurerende instantie in Nederland. Zij heeft 220 panden in eigendom, waarvan 140 gerestaureerd zijn. Stadsherstel koopt vooral bouwvallige (hoek)huizen en verhuurt deze na restauratie. Haar gerestaureerde huizen zijn te herkennen aan het schildje met de drie Amsterdamse kruisen, geschraagd door een balk, die het herstel uitbeeldt. De maatschappij is gevestigd op de Keizersgracht 462.

A

Stadsherstel

74
Q

Stenen opstap voor een huis. Het souterrrain of de kelder moest boven het hoge grondwaterpeil komen te liggen. Zodoende kwam de bel-etage hoger te liggen dan het straatniveau. Om daar te komen werd er een stoep dwars tegen het huis gebouwd. Onder de stoep zit vaak een tweede ingang. Deze werd vroeger gebruikt door het personeel. Sommige stoepen hebben nog een bankje.

A

Stoep

75
Q

Driehoekige versiering aan de top van een gevel.

A

Timpaan (d: Tympanon/ fr: Tympan/ en: Tympanum)

76
Q

Geveltype dat zich trapsgewijs versmalt aan de top, vaak is er een houten onderpui. De trapgevels werden gebouwd tussen 1600 en 1665.

A

Trapgevel

77
Q

Motief van twee of drie verticale gleuven, vaak toegepast onder de lijst op regelmatige afstanden van elkaar.

A

Triglief (fr/d: Triglyphe)

78
Q

17e-eeuwse (zandstenen) versieringen aan de zijkanten van klokgevels of halsgevels. De versieringen bestaan uit fruit- of bloemmotieven.

A

Trosversiering

79
Q

Bakstenen voorgevel met zandstenen versieringen aan de top. Deze top heeft enigszins de vorm van een puntdak. Vooral 17e-eeuwse pakhuizen hebben zulke gevels.

A

Tuitgevel

80
Q

Ijzeren hekjes aangebracht voor de ramen. Vooral in de 19e eeuw toegepast.

A

Vensterhekjes

81
Q

Accentuering van de ramen door het aanbrengen van een versiering.

A

Vensteromlijsting

82
Q

17e-eeuws geveltype met bakstenen voorgevel dat in plaats van twee hoeken, vier hoeken van 90 graden heeft, opgevuld met klauwstukken. Vaak zijn het gevels met pilasters.

A

Verhoogde halsgevel

83
Q

18e-eeuwse gevelbekroning in de vorm van een rechte lijst, onderbroken door een verhoging. In deze verhoging zit vaak het vlieringluik en de hijsbalk. Die is meestal rijk versierd.

A

Verhoogde lijst

84
Q

IN de 19e eeuw trad de versobering in. Rijk versierde hals- en klokgevels werden niet meer gebouwd. Er werden alleen nog maar lijstgevels met weinig of geen versiering gebouwd. Veel gevels werden ‘gemoderniseerd’ tot lijstgevel.

A

Versobering

85
Q

Zandstenen versiering met spiraalmotief. Vooral gebruikt bij (pakhuizen met) tuitgevels.

A

Voluut

86
Q

Ijzeren sierhekje met waaiermotief.

A

Waaierhekje

87
Q

Zandkleurig puingesteente, soms toegepast door rijke kooplieden bij de bouw van hun voorgevels.

A

Zandsteen (f: grès/ es: Arenisca)

88
Q

Balk waaraan goederen omhoog of omlaag kunnen worden getransporteerd

A

Hijsbalk

89
Q

Vierzijdig prismavormig lang stuk hout; dergelijk lichaam van ijzer

A

Balk (d: Träger/ fr: poutre)

90
Q

Sedimentair gesteente dat ontstaat door de opeenhoping van stoffelijke overblijfselen van in zee levende organismen.

A

Kalksteen (es: caliza/ fr: calcaire/ d: Kalkstein/ en: limestone)

91
Q

In de bouwkunde en civiele techniek een gesteente, dat in de natuur wordt aangetroffen en dat na een eventuele bewerking, geschikt is als bouwmateriaal.

A

Natuursteen (en: dimension stone/ fr: pierre de taille/ d: Naturstein)

92
Q

Vaatwerk, meestal meer hoog dan breed

A

Vaas (en: urn)

93
Q

Kolom met een ronde doorsnede, meestal in natuursteen uitgevoerd

A

Zuil (en: column/ fr: colonne/ d: Säule)

94
Q

Stevige balk, strip of soms touw, waaraan men met een hand steun of stabiliteit kan vinden

A

(Trap)leuning (fr: rampe d’appui/ d: Handlauf)

95
Q

Afrastering, typisch ten behoeve van erfafscheiding. Het is meestal gemaakt van hout of metaal, stevig van constructie en bevat openingen waardoorheen men kan kijken.

A

Hek (fr: clôture/ d: Zaun)

96
Q

Fijn betontype. De wordt gebruikt om te metselen, tegelen, stukadoren, voegen enzovoorts. wordt typisch samengesteld uit 1 deel bindmiddel, 3 delen granulaat en 1 deel water. Indien goed vermengd, zorgt deze verhouding voor een optimale sterkte na uitharding. Meer bindmiddel verbetert de waterdichtheid, maar maakt de specie duurder; meer granulaat verzwakt de sterkte van het resultaat. Het bindmiddel is gewoonlijk portlandcement, soms gemengd met kalk om de specie smeuïger en zo beter verwerkbaar te maken.

A

Mortel (d: Mörtel/ en: mortar/ fr: mortier)

97
Q

Bakstenen met elkaar te verbinden.

A

Metselen (d: Mauerwerk/ es: albañilería/ fr: maçonnerie/ en: masonry)

98
Q

Laag pleister (of een andere mortel), die op een binnen- of buitenmuur, een plafond of gewelf is aangebracht en daarna, al dan niet met behulp van sjablonen, op een kunstzinnige manier is bewerkt tot een decoratief geheel

A

Stucwerk/stuc/stucco/sierplasterwerk (d: Stuck/ fr: Stuc/ en: stucco)

99
Q

Naad of overgang tussen twee verschillende of gelijke materialen bijvoorbeeld bakstenen, tegels en planken.

A

Voeg (es: junta)

100
Q

Bovenafsluiting van een ruimte of vertrek in een gebouw

A

Plafond (fr: plafond/ en: ceiling/ d: (Zimmer)Decke)

101
Q

Betrekkelijk smalle en lange ruimte omgeven door muren en afgedekt door een plafond of zoldering, in een gebouw, als verbinding van vertrekken waarvan de deuren erop uitkomen

A

Gang (d: (Haus)Flur)

102
Q

Raamwerk, meestal van hout, metaal of kunststof waarin een deur, raam of een ander element kan worden aangebracht

A

Kozijn (d: Zarge/ fr: chambranle/ en: window frame)

103
Q

Horizontaal kozijn dat een erboven gelegen deel scheidt van een eronder gelegen deel

A

Kalf (en: transom)

104
Q

Draagconstructie die dient om belastingen boven wanddoorbrekingen over te brengen op de gedeelten van de wand naast deze wanddoorbrekingen. Wanddoorbrekingen zijn bijvoorbeeld een raam of deur

A

Latei (d: Sturz/ en: post and lintel/ fr: linteau/ es: dintel)

105
Q

(bakstenen) muurgedeelte tussen twee gevel-openingen, bijvoorbeeld ramen en/of deuren

A

Muurdam, penant (en/fr/d: trumeau/ es: entrepaño, entreventana)

106
Q

Grotere steen te midden van kleinere in de omlijsting van het kozijn.

A

Negblok of neggenblok

107
Q

Bij kozijnen en raamwerken wordt de bovenkant en de onderkant van de omranding zo genoemd

A

Dorpel

108
Q

Tweedimensionaal patroon met alleen rotatie en eventueel spiegelingen, maar geen verplaatsing. Ze worden toegepast als ornament in de architectuur, bijvoorbeeld als roosvenster. In de natuur komen ze voor, bijvoorbeeld de bladeren van de paardenbloem.

A

Rozet (fr/d/en: rosette)

109
Q

Veel toegepaste vormgeving binnen de bouwornamentiek. Zij is afgeleid van de bladvorm van een doornachtige mediterrane plant met sierlijk krullende bladeren.

A

Accanthusblad (d: Akanthusblatt/ en: accanthus/ fr: fleur d’acanthe)