Apprendre 3 Flashcards
1
Q
Je danse
A
Ik dans
2
Q
Tu danses
A
Jij danst
3
Q
Il danse
A
Hij danst
4
Q
Elle danse
A
Zij danst
5
Q
On danse
A
Wij dansen
6
Q
Nous dansons
A
Wij dansen
7
Q
vous dansez
A
Jullie dansen
8
Q
Ils dansent
A
Zij dansen
9
Q
Elles dansent
A
Zij dansen