AOA week 1 Flashcards

1
Q

Antidotum voor paracetamol

A

Acetylcysteine infusievloeistof 200 mg/mL (Fluimucil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Antidotum voor Apixaban en rivaroxaban

A

Andexanet alfa infusiepoeder 200 mg (Ondexxya)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Antidotum voor Slangen, spinnen, schorpioenen, etc.

A

Antisera centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Antidotum voor Methemoglobinevormers

A

Ascorbinezuur tablet diverse sterkten, ascorbinezuur injectievloeitsof 100 mg/mL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Antidotum voor Betablokkers / Calciumantagonisten

A

Insuline lokaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Antidotum voor Betablokkers

A

Isoprenaline 1 mg/mL infusieconcentraat (collegiale bereiding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Antidotum bij insulten door intoxicatie

A

Diazepam injectievloeistof 5 mg/mL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Antistolling medicatie soorten

A

Er zijn verschillende soorten antistollingsmiddelen:

  • bloedplaatjesremmers: deze zijn het minst krachtig en worden voorgeschreven bij een relatief laag risico op het vormen van (gevaarlijke) bloedstolsels.
  • krachtige antistollingsmedicijnen: voor patiënten met een hoog risico op stolsels en op aandoeningen zoals een (long-)embolie, hartinfarct of beroerte

Dan zijn er antistollingsmiddelen die voornamelijk per infuus worden toegediend. Dit zijn heparine en medicijnen die een stolsel oplossen (trombolytica). Deze laatste groep wordt gebruikt bij behandeling van een beroerte (trombolyse).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke soorten ANCA-associated vasculitiden (AAV) zijn er?

A

granulomatosis with polyangiitis (GPA), microscopic polyangiitis (MPA), renal-limited vasculitis, and eosinophilic granulomatosis with polyangiitis (EGPA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Soorten VKA’s

A

Er zijn 2 soorten Vitamine-K-antagonisten:

  • acenocoumarol
  • fenprocoumon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor- en nadelen van DOACs tov VKA’s

A

Voordelen van DOAC
Voordelen ten opzichte van VKA’s:

elke dag dezelfde dosis
werken altijd hetzelfde: geen controle van stollingstijd (INR) nodig
begeleiding door de trombosedienst is niet nodig
iets minder bijwerkingen, vooral de kans op een hersenbloeding lijkt kleiner
Nadelen van DOAC
Nadelen ten opzichte van VKA’s:

Bij VKA’s kunnen artsen de werking van de antistolling stoppen met vitamine K. Voor sommige DOAC is er nog geen tegenmiddel (antidotum). Dit is er wel voor dabigatran, apixaban en rivaroxaban.
DOAC werken maar kort. Als je ze een dagje overslaat werken ze al snel minder goed. Het risico op trombose neemt dan snel toe. Dat is minder het geval bij de VKA’s.
De gevolgen van gebruik van DOAC op langere termijn zijn nog onvoldoende onderzocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Antidotum voor Methanol / Ethyleenglycol

A

Ethanol 96% v/v infusieconcentraat 10 mL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly