Anxiety disorders Flashcards

1
Q

3 soorten paniekstoornissen

A
  1. onverwachte/spontane
  2. situatie gebonden
  3. Situationeel voorbestemde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Angstige mensen zijn in een staat van

A

overvoorbereidheid (hyperarousal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij GAD – > …. hartslag en …. hartslagvariabiliteit

A

Verhoogde en verlaagde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn type 1 zorgen

A

zorgen die iedereen heeft (wat als)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn type 2 zorgen

A

Zorgen over zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Type 2 worry draagt bij aan 2 feedbackcycli, welke?

A
  1. individu vertrouwt op externe info om gedachten te controleren => verhindert de kans dat pieken controleerbaar is
  2. gedachtenbeheersingsstrategieën verhogen de piekergedachten (thought suppression)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meest voorkomende comorbide stoornis bij GAD

A

Social AD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Types sociale angststoornis

A
  1. prestatieangst
  2. interactionele angst
  3. gegeneraliseerde SAD
  4. Niet gegeneraliseerde SAD (enkel de faalangst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er bij hyperventilatie

A
  1. je overademt => teveel CO2 uitblazen (hypocapnia)
  2. hoge PH waarde in bloed >7.45 (alkalosis)
  3. symptomen
  4. Afname CO2 in hersenen (hypoxie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de fases van het algemeen aanpassingssyndroom

A
  1. Alarmfase
  2. Weerstandsfase
  3. Uitputting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn stres mediatoren

A
  1. hoe ze worden waargenomen (bedreiging/uitdaging)
  2. Voorspelbaarheid & controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Meest voorkomende specifieke fobie

A

Hoogtevrees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil van specifieke fobie met andere angststoornissen

A

Ze weten waar ze bang voor zijn en ook hoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rachman zijn pathway

A

vicarious pathway: fear can be learned by observing
others or via receiving threatening (fear-relevant) information.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Menzies & Clarke hun gedacht over specifieke fobie

A

ze zijn aangeboren en het is een gevolg van mislukt veiligheidsleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Seligman zijn visie

A

Voorbereidingsmodel