Antibiotica Flashcards
In welke 8 groepen worden antibiotica ingedeeld?
- Bèta-lactam antibiotica
- Tetracyclinen
- Aminoglycosiden
- Macrogliden
- Sulfonamiden/Trimethoprim
- Chinolonen
- Middelen bij UWI’s
- Middelen bij anaerobe infecties
Op basis van welke eigenschappen kunnen bacteriën worden ingedeeld?
- vorm: coccen en staven
- celwand: gram-positief en gram-negatief
- aeroob en anaeroob
Wat is een gram-positieve bacterie?
Bezitten een dikke celwand. Deze bestaat uit peptidoglycanen.
Wat is een gram-negatieve bacterie?
Bevatten een veel dunnere celwand met daaromheen nog een extra buitenmembraan, welke gevormd wordt door LPS (lipo-poly-sacchariden).
Noem 2 gram-positieve coccen en 2 gram-positieve staven.
2 gram+ coccen: staphylococcus & streptococcus
2 gram+ staven: corynebacterium & clostridium
Noem 2 gram-negatieve coccen en 4 gram-negatieve staven.
2 gram- coccen: Neisseria & Moraxella
4 gram- staven: Escherichia, Proteus, Pseudomonas, Haemophilus
Is staphylococcus gram- of gram+?
Gram+
Is streptococcus gram- of gram+?
Gram+
Is clostridium een gram+ of een gram- staaf?
Gram+
Is Neisseria een gram+ of gram- coc?
Gram-
Is Escherichia een gram+ of een gram- staaf?
Gram-
Is Pseudomonas een gram+ of een gram- staaf?
Gram-
Is Haemophilus een gram+ of een gram- staaf?
Gram-
Welke 3 belangrijke bèta-lactam antibiotica ken je?
- Penicillinen
- Cefalosporinen
- Carbapenems
Antibiotica worden ingedeeld in groepen op basis van hun werkring. Welke aangrijpingspunten kunnen antibiotica hebben?
- Celwand synthese remmers
- DNA gyrase remmers
- RNA polymerase remmers
- Celmembraan remmers
- Eiwit synthese remmers
- Folaat synthese remmers
Noem antibiotica die ingrijpen op de celwand synthese.
Bèta-lactam antibiotica: carbapenems, cephalosporines, penicillines
Andere antibiotica: vancomycine, fosfomycine
Noem antibiotica die ingrijpen op het DNA gyrase
Fluoroquinolonen
Noem antibiotica die ingrijpen op de eiwitsynthese
- Macroliden
- Tetracyclinen
- Aminoglycosiden
Waardoor worden bèta-lactam antibiotica door gekenmerkt?
Door een bèta-lactamring die essentieel is voor de anti-microbiële werking. Deze binden zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP’s) in de celwand van bacteriën. Hierdoor remmen zij de synthese van peptidoglycaan met als gevolg een verzwakte bacteriële celwand, resulterend in cellysis en celdood;
Penicillinen worden verdeeld in smalspectrum en breedspectrumpenicillinen. Noem 2 voorbeelden van smalspectrum en 1 voorbeeld van een breedspectrum.
Smalspectrum:
- benzylpenicilline
- flucloxacilline
Breedspectrum:
1. amoxicilline
Penicillinen met een breder spectrum zijn ook effectief tegen bepaalde gramnegatieve organismen.
Werken penicillinen met name tegen gram+ of gram- bacteriën?
Gram+
Echter 80-90% van de Staphylococcus aureus-stammen zijn inmiddels resistent tegen benzylpenicilline en amoxicilline.
Waarom wordt clavulaanzuur vaak toegevoegd aan een penicilline? (bijvoorbeeld augmentin = amoxicilline/clavulaanzuur)
Clavulaanzuur inactiveert bèta-lactamase (=een bèta-lactamaseremmer).
Bèta-lactamase wordt geproduceerd door bepaalde bacteriën. Het zorgt ervoor dat penicillinen die tegen zulke bacteriën normaal niet effectief zijn, toch hun werk kunnen doen.
Noem 3 voorbeelden van bèta-lactamase remmers.
- Clavulaanzuur
- Sulbactam
- Tazobactam
Deze hebben op zichzelf geen antimicrobiële activiteit, maar zorgen voor het functioneren van penicillines.
Moet er bij flucloxacilline een bèta-lactamase remmer worden toegevoegd?
Nee. Flucloxacilline is een β-lactamase-ongevoelig smalspectrum penicilline.
Bij cefalosporinen (behorend tot de bètalactam antibiotica) spreekt men van 5 generaties, maar in Nederland zijn momenteel alleen de eerste 3 generaties beschikbaar.
Wat zijn de verschillen tussen de 3 generaties?
De 1e generatie:
heeft een smalspectrum en is vooral werkzaam tegen Gram-positieve bacteriën (die β-lactamase negatief zijn).
De 2e generatie:
is effectief tegen β lactamase-vormers en heeft meer effect op Gram-negatieve organismen dan de 1e generatie
De 3e generatie:
heeft een breedspectrum en moet vaak parenteraal worden toegediend.
Ze zijn vooral effectief tegen Gram-negatieve bacteriën
Noem voorbeelden van antibiotica van de groep cefalosporinen van de 1e, 2e, en 3e generatie.
1e generatie:
= cefazoline
2e generatie:
= cefuroxim
3e generatie:
= ceftazidim en ceftriaxon
De carbapenems behoren ook tot de bèta-lactamantibiotica. Het werkingsspectrum is heel breed. Het zijn daarom ‘reserve’ antibiotica.
Ze vormen een
laatste redmiddel bij infecties veroorzaakt door zeer resistente gramnegatieve micro-organismen,
zoals ‘Extended Spectrum β-Lactamase producerende bacteriën’ (ESBL).
Noem 2 carbapenems.
- imipenem
2. meropenem